Hoewel ze haar naam als romanschrijver het meest heeft gevestigd, heeft Anna Enquist (1945) ook door middel van diverse bundels bewezen de dichtkunst volledig te beheersen. Een proeve van die bekwaamheid als dichteres mag het volgende ‘Tamboer’ daarom best genoemd worden:
We horen hem wel, de tamboer in de verte,
maar luisteren niet. De maat van zijn stokken
bepaalt onze stappen. Ook nu. Verwijlen
wil ik bij een wals van vroeger, een dans,
kind op de arm. Het spant ondraaglijk
tussen toen en vandaag. Aan de mars valt niet
te ontkomen. Woedend doe ik een greep
in de muziekdoos van het geheugen, waar
haar te vinden voor ik omval? Maar kijk,
de trommelaar brengt ons het kleinkind,
verlokt ons tot een nieuw lied, zadelt ons op
met de laatste vreugde voor de eindstreep.
Waardeloos! Die afbrekingen midden in een zin! Zogenaamd poetisch. Bah!
Daar sluit ik me volledig bij aan. Yek!
Nou zeg, doe niet zo primitief. De gedrukte regels zijn niet bepalend voor het zinsritme, de poëzie.
Het doorlopen van een zin over de grenzen van een versregel heen heet enjambement en is doodnormaal in poëzie.
Het is doodnormaal omdat mensen die niet goed kunnen rijmen
en dichten zich er ook zo nodig aan willen wagen. Zo vervuilt de
schone kunst. De schilderwereld zit ook vol talentlozen. Elke als
boer geboren kakker heeft wel een ezel in zijn werkkamer staan.
Ik sta altijd te klappen als Rob weer eens een gedicht plaatst dat
echt loopt en rijmt. Want daaraan herken je of iemand talent heeft
of niet.
Niet aan een logje dat tactisch
is afgebroken zodat het een gedichtje lijkt.
Voor jou is dichtkunst, en blijkbaar ook schilderkunst, anders gedefinieerd dan voor anderen, waaronder ook ik. Ik zou bijvoorbeeld Lucebert of Gerti Bierenbroodspot (zie mijn logje van vrijdag) niet talentloos willen noemen. Jij mogelijk wel. Ook grote Nederlandse dichters als Achterberg, Roland Holst of Bloem zou ik geen vervuilers van de literatuur of de poezie willen noemen omdat ze niet voldoen aan jouw eerste vereiste, namelijk het rijmen
Nee. Maar goed, Bob Dylan wordt ook gewaardeerd, ondanks een gebrek aan muzikaliteit. Waarschijnlijk hetzelfde verschijnsel.