Het Luikse verval

Hoewel mijn beeld van Luik, van de stad en haar omgeving, in de loop der tijd, en dan heb ik het over veertig, vijftig jaar, al niet bepaald gunstig te noemen was, is de werkelijkheid na zoveel jaar eigenlijk nog veel erger gebleken. Wonderlijk genoeg, realiseer ik mij wel, maar ook niet echt vreemd omdat ik eigenlijk nooit de confrontatie met de neergang en treurnis van die stad heb gezocht. Terwijl die zich nog altijd zo maatgevend toont voor het beeld van die stad, als je tenminste bereid bent om tot in de haarvaten van Luik door te dringen. Dan gaat het architectonisch wonder dat het Gare Guillemins is, opeens niet meer op. Wat moet je met een Opera de Wallonie en wat heb je aan die vermeende bekoring van Outremeuse met haar mengelmoes van talen en nationaliteiten? Ze zinken in het niet en blijken gewoon doekjes voor het bloeden als je van het al die jaren gebaande pad afwijkt en plots met de grauwe realiteit van Ans, Grace-Hollogne, Rocourt, Flemalle, Seraing, Haccourt en Herstal in aanraking komt. Om van de ene in de andere verbazing te vallen en ter plekke gewaar te worden dat, hoewel dichtbij, Brussel, de EU, de Vlaamse en Nederlandse welvaart, hier wel heel veraf zijn geraakt en negentiende en vroeg-twintigste eeuwse leefomstandigheden erg alledaags blijken te zijn geworden.

Het spreekwoordelijke grauwe Maasbekken is voor wie hier woont en werkt aan de orde van de dag en nog alleszins actueel. Wie merkt en voelt hier iets van al die zo veel geprezen zegeningen van de Europese eenwording? Er naar fluiten kan de gemiddelde inwoner van Seraing, Ans of Herstal, waar de verpaupering tot op de dag van vandaag alle kansen krijgt. Schrikbarend om te zien, als je al die tijd, hoewel bijna naaste buur, simpelweg onwetend bent geweest van de prominente aanwezigheid van zoveel rafelranden die dan voor een bestuurlijke elite weggepoetst moeten worden met een zoveelste architectonisch prestige-object dat verder voor geen enkele Luikenaar iets betekent of een toegevoegde waarde oplevert. Zoveel wordt wel duidelijk als je kriskras door die stad langs de Maas en de Ourthe rijdt. De afbraak en het verval domineren alom, met als bitterste pil voor wie in Luik geboren en getogen is, dat de oude fabriekshallen en kantoren nog in zo’n goede staat zijn gebleven. Alsof er zo nodig met dat twijfelachtig verleden gekoketteerd moest worden. Schrijnend om zoveel rafelranden te moeten zien in een stad met al die pretenties, maar wel vaker verkeerde. En des te onthutsender voor mij dat ik zo lang langs de kortste weg en klaarblijkelijk met de ogen dicht hier langs ben gereden. Wat een eenmalige keuze voor een andere weg door Luik daarom al niet vermag, kan ik met de benen op de grond met een gerust hart zeggen.

Over robschimmert

een senior met een brede belangstelling en een sterke maatschappelijke betrokkenheid, die daaraan op schrift en in de vorm van een weblog vooral uitdrukking wil geven.
Dit bericht werd geplaatst in Limburg en getagged met , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie