In de bijna zevenenveertig jaar dat ik in Schimmert woon, zijn de gemeentegrenzen drie keer veranderd. Inderdaad, de bestuurlijke dynamiek is ook niet aan Limburg voorbijgegaan. Ook in het diepste Zuiden moest en zou de burger het gerief van een slagvaardiger bestuur ondergaan. En dat hebben we geweten. Na zeven jaar, in 1982, was het gedaan met de gemeente Schimmert, met het op dorpsniveau zelf de broek op houden. Dat moest allemaal veel slimmer en efficienter, natuurlijk louter en alleen in het belang van de burger. Waardoor Schimmert, ondanks massieve tegenstand van de Schimmertenaren, opging in de gemeente Nuth. Wat vijfendertig jaar lang een onzalige verbintenis is geweest, een verstandshuwelijk dat het dorp Schimmert niets heeft gebracht, behalve dan veel mooie woorden, schone beloften zonder dat de geheimen van de achterommetjes op het gemeentehuis ontsluierd werden. Met als gevolg dat er permanent achter het net gevist werd en het grote geld in en ten behoeve van de kern Nuth verdeeld werd. Want zo liepen daar de hazen, wat in 1982 allang voorvoeld was en al die jaren ook werd bevestigd. Zodat er in Schimmert weinigen rouwig waren dat er in 2016 een nieuwe herindeling werd aangekondigd, omdat dat het perspectief opende om eindelijk aan dat bestuurlijk zo mislukte Nuth te ontkomen. Opeens leek er de mogelijkheid te zijn om aansluiting te vinden bij een kern waarvan de bloedgroep overeenkwam met die van Schimmert. Valkenburg, Meerssen bijvoorbeeld en desnoods Beek. Maar nooit meer Nuth was een breed gedragen gevoel dat echter nergens gehoor vond.
Zodat de hele gemeente Nuth, met inbegrip van Schimmert, op 1 januari 2019 deel ging uitmaken van de nieuw te vormen gemeente Beekdaelen. Van de kant van Schimmert opnieuw contre coeur, maar het was spijtig genoeg niet anders. Waarna de geschiedenis zich gedurende de eerste drie jaar in die nieuwe setting ging herhalen. Want wat had het gemeentelijk apparaat het ongelooflijk druk met zichzelf, met de baantjes en met de plaats van waaruit bestuurd zou moeten worden. En waar werd eigenlijk bestuurd en wie waren die overheidsdienaren en volksvertegenwoordigers? Tot nu toe kom ik telkens alleen maar nieuwe namen tegen en lijkt het allemaal alleen maar verder weg plaats te vinden en stukken abstracter te zijn. Ik ken maar een enkele volksvertegenwoordiger en die is afkomstig uit Schimmert. Maar hoe en waar ik haar te spreken krijg, mag de Lieve Heer weten. Waarmee de zegeningen van ook deze herindeling genoegzaam zijn benoemd en tegelijk de stand van de plaatselijke democratie is bepaald. Is het dan gek dat ik bijna jaloers en zeker weemoedig word als ik weer eens op een Frans dorp ben en daar een mairie zie met een wapperende tricolore en ook weet dat er een burgemeester is die door de dorpelingen uit hun midden is gekozen? Kom daar eens in Beekdaelen, in Nederland om waar je als burger, ook bij het locale bestuur, alleen maar achteraan mag sluiten.
Ik deel je gevoelens, als troost mag gelden dat het overal hetzelfde is gegaan. De gemeente waar we hier in op zijn gegaan had nogal een gunstige begrotingspositie en dat hebben ze nog snel voor de gemeentelijke herindeling even in de hoofdplaats hebben opgemaakt. Hoe meer naar de rand hoe poverder het wordt. Het ergste is dat er geen aanspreekbaarheid meer is, de ambtenaren gedragen zich als ware koningszonen dat minzaam neerziet op het gepeupel.