Afgelopen week is de biografie van de dichter Willem Wilmink (1936 – 2003) verschenen. Reden genoeg om hier een gedicht van hem te plaatsen. Het is getiteld “Voorspoken”, een fraai woord dat de inhoud volledig dekt en ook verklaart.
De boer schrok zich die avond lam:
een trein die door zijn weiland kwam
had hij gehoord.
Toen was het weg. Het was niet waar.
Pas twee jaar later is er daar
een trein ontspoord.
Ook iemand zag, terwijl hij sliep
een auto zinken in het diep,
een heel gezin.
Precies de plek heeft hij gezien:
de auto reed een dag nadien
het water in.
Soms is er vage lampenschijn
uit ramen waar geen huizen zijn,
alleen maar grond.
Al wat bestaat heeft steeds bestaan
en wat vergaat is al vergaan
eer het bestond.
Gelukkig zijn gedichten verzinsels…