Het is zondag. Dus de dag waarop de dichtkunst hier het podium krijgt. Met vandaag het woord aan Toon Tellegen, die het spel met de taal uitgebreid speelt in zijn gedicht ‘Een appel’:
Er ligt een appel op een schaal
voor een open raam-
als hij zou kunnen denken zou die appel denken:
is dit nu beurs, zo n doof gevoel…
hij is nog zoet,
maar hij wordt al moe zoals alleen een appel
moe kan worden,
hij rimpelt en verkleurt,
het is een warme dag, niets grijpt om zich heen
en niets gebeurt
en een hand pakt hem op, draait hem rond
en gooit hem door het raam-
als hij zich zou kunnen verbazen zou die appel
zich verbazen en denken:
is dit nu ten einde raad,
of is dit nu de opperste verwarring?
De avond valt, wormen komen op hem af,
en hij zou denken:
als ik nog kon glanzen dan zou ik nu toch glanzen…
zijn laatste gedachte
zou dat zijn.
voor een open raam-
als hij zou kunnen denken zou die appel denken:
is dit nu beurs, zo n doof gevoel…
hij is nog zoet,
maar hij wordt al moe zoals alleen een appel
moe kan worden,
hij rimpelt en verkleurt,
het is een warme dag, niets grijpt om zich heen
en niets gebeurt
en een hand pakt hem op, draait hem rond
en gooit hem door het raam-
als hij zich zou kunnen verbazen zou die appel
zich verbazen en denken:
is dit nu ten einde raad,
of is dit nu de opperste verwarring?
De avond valt, wormen komen op hem af,
en hij zou denken:
als ik nog kon glanzen dan zou ik nu toch glanzen…
zijn laatste gedachte
zou dat zijn.
Je zou bijna medelijden met die appel krijgen…