Het is nog altijd moeilijk om op een normale wijze over wijn te praten. Vooral als er aangeprezen moet worden, is er altijd weer zo’n vinoloog die over zijn loftuitingen buitelt en uiteindelijk over de kop slaat in totale verwarring door de staat van verrukking waarin hij is geraakt. Zo werd ergens de Brunello di Montalcino, een bekende Italiaanse wijn, met de volgende bewoordingen beschreven:
“Dante Alighieri Brunello di Montalcino DOCG 2009 is een uitermate volle en krachtige wijn die gemaakt is van perfect gerijpte en met de hand geplukte Sangiovese Grosso druiven. Maar liefst drie jaar gerijpt op eikenhouten vaten en nog op te leggen tot 2027. Helder roodbruin van kleur. Uitbundige geur met een lichte kruidigheid, soepele aanzet, vol en geconcentreerd. Duidelijke indrukken van gebrand hout, leer, peper, paprika, zwart fruit en hazelnoot. Klein zoetje in de aanzet, boers met zwart fruit en besjes. Daarnaast peperig in combinatie met aangename tannines. Een topper!”
Waarna ik geneigd ben te zeggen: “Moet je nog een peul uit Schin op Geul?”
Hoe verzinnen ze het…
En niet iemand die zich het spreekwoord herinnert over goede wijn?