Hoewel ik wist dat het maar voor vijf maanden was, heb ik gisteren toch met bezwaard gemoed afscheid genomen van het wielerpeloton. Dat kon in geen passender decor gebeuren dan rond de Noord-Italiaanse meren die omzoomd werden door de sombere uitlopers van de Alpen, welke voor de gelegenheid in wolken gehuld waren. Nog één keer pakte het peloton echt uit in de koers die de traditie getrouw de laatste op de wielerkalender is en die geheel volgens de gewoonte vergezeld ging van het meest beroerde weer. Alsof de goden de pest erover in hadden dat zij zelfs eind september nog naar de kroon werden gestoken door zo’n stel dwangarbeiders op de weg dat koste wat kost de aandacht van die miljoenen wilde blijven vangen. Dat zou ze dus geleerd worden. Met als gevolg dat de weergoden tijdens de Ronde van Lombardije, in de buurt dus van Bergamo, zoals dat trouwens bijna elk jaar gebeurt, uitpakten met donder en bliksem, striemende wind en gutsende regen.
Waar de renners het dan mee moesten doen en er daarom bij wijze van boetedoening een fascinerende koers van maakten. Om kennelijk toch nog een goede, laatste indruk bij het scheiden van de markt achter te laten. Wat dan nog eens extra gewicht en cachet kreeg toen de winnaar, die in die koers gewoonlijk alleen en afgetekend aan de finish komt, daar inderdaad solo en in spookachtige omstandigheden arriveerde, bijna in schemerlicht en omgeven door auto’s en motorrijders die met vol licht reden en voor die ene gelegenheid luid, heel luid claxonneerden, niet omdat de omgeving zo Italiaans was, maar om het wielerverhaal voor dat jaar bij wijze van spreken uit te blazen. Dat was wat er gisteren precies en bijna volgens afspraak gebeurde toen Joaquin Rodriguez als winnaar aan de finish van een prachtige Ronde van Lombardije arriveerde. Om vervolgens de wielerliefhebber dus achter te laten met een katterig gevoel en de wetenschap dat het vijf maanden wachten wordt voor de volgende afspraak.