De etappe Culemborg-Utrecht

Het zal 1960 zijn geweest. Een eeuwigheid geleden, lijkt het. In elk geval bijna een mensenleven. Maar de herinnering is nog altijd vers wanneer ik aan de lente van dat jaar terugdenk. Want dan zie ik een jongen, diep gebogen over zijn zwaluwstuur, de elementen trotseren en door de voortdurende tegenwind ploegen om de volgende kilometer af te leggen. Strijden was het, dat fietsen van toen, met terugtraprem en zonder versnelling. Een prestatie werd er geleverd. Zo voelde het. Maar die inspanning, die best in de buurt van de kwelling mocht komen, werd niet alleen geduld, maar zelfs gekoesterd in het kader van de fantasie die die dagelijkse fietstocht begeleidde. Een fietstocht van huis naar school, van Culemborg naar Utrecht en terug, 20 kilometer heen en evenveel terug, die niet alleen de verbeelding prikkelde, maar ook symbool stond voor zoiets als veroverde vrijheid, ten koste van de tucht van de treindienstregeling die je in de andere, de natte en koude, helft van het jaar aan banden legde, je drift, je energie in toom en klein hield. Je kon geen kant op en werd in banen geleid, waar je zelf geen enkele keus in had. Hoe anders dan die bevrijdende dagelijkse fietstocht die gereden werd zoals je zelf wilde, maar vooral als de klassieker of wieleretappe, waarbij eindtijd en tussentijd veel relevanter waren dan al het andere dat er lag tussen start en finish. Behoudens dan die ijkpunten zoals een brug over het Amsterdam – Rijnkanaal die toch al gauw de kwalificatie kreeg van een col van de tweede categorie.

En niet te vergeten Schalkwijk en Houten waar steevast tussensprints gehouden werden en bonificatieseconden verdiend konden worden. In die fantasiewereld was het, weer of geen weer, wind mee, hoe zeldzaam ook, of wind tegen, maar wat gemakkelijk fietsen, van punt A naar punt B en vandaar naar punt C enzovoort, enzovoort en telde 20 kilometer natuurlijk niet. En gek genoeg heb ik tijdens al kilometers die ik een paar jaar lang in de mooie helft van het jaar tussen Culemborg en Utrecht en terug reed, geobsedeerd als ik was met mijn eigen presteren, nooit oog gehad voor wat er zich afspeelde buiten mijn spoor en mijn gezichtsveld dat zich rechtuit voor mij uitstrekte en waarvan ik mij geen boerderij, kasteel, vaart, kanaal, dorp, voetbalveld of paardenrenbaan ook maar in de verste verte kan herinneren. Terwijl ze er allemaal wel moeten zijn geweest, leerde mij een ANWB – kaart naderhand. Zoals dat alles nadien ook is verdwenen en opgeofferd werd aan welvaart en woningbouw en er dus niet meer is. Dat merkte ik onlangs toen ik nog eens met mijn auto datzelfde traject reed en daar nog alleen de schim terugzag van die eenzame fietser, die ik was, die bevrijd van alles in zijn eigen fantasiewereld volledig ontketend leek, waardoor aan hem, op weg als hij was naar de volgende verbeelde etappewinst, alles wel moest ontsnappen.

Over robschimmert

een senior met een brede belangstelling en een sterke maatschappelijke betrokkenheid, die daaraan op schrift en in de vorm van een weblog vooral uitdrukking wil geven.
Dit bericht werd geplaatst in Herinneringen en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie