Het ontbreken van rode oortjes

Nu de Olympische Winterspelen ongeveer halverwege zijn, begint zich bij mij steeds dwingender de vraag voor te doen, waarom dat gedoe in Zuid – Korea mij zo matig interesseert. Zoals het al even wonderlijk is dat ik tot nu toe nauwelijks heb gekeken naar het kolossale aanbod van zendtijd dat aan dat evenement wordt besteed en dat zelfs zo’n omvang heeft dat je er haast niet meer omheen kunt. Wat mij niettemin tot nu toe goed is gelukt ondanks dat ik van jongsaf aan een grote belangstelling voor alle mogelijke sporten heb, met inbegrip van veel wintersporten. En vaker tot op het maffe af. Waarvan het volgende voorbeeld uit mijn jonge jaren als overtuigend bewijs kan dienen. Daarvoor ga ik terug naar het begin van de zestiger jaren toen de sportverslaggeving via tv en radio nog in haar kinderschoenen stond en er eigenlijk nauwelijks iets werd gedaan aan reportages van grote sportgebeurtenissen, behalve als het ging om een wedstrijd van het Nederlands voetbalelftal. Welnu, in die tijd volgde ik het schaatsen al op de voet en waren Henk van der Grift en Rudie Liebrechts mijn helden. Maar als er een EK of WK schaatsen was, dan kon je als liefhebber naar rechtstreeks beeld of geluid ervan fluiten. Waardoor Bislet in Oslo een mythe werd en je er veel bij kon verzinnen. Tenzij je een list bedacht en je best deed om er toch met je gehoor bij te zijn. Want dan bracht de ouwe, trouwe radio met zijn Lange Golf uitkomst, omdat daar met veel gekraak en op grote afstand het verslag te horen was dat de Noorse radio deed van zo’n EK of WK als dat in een Scandinavisch land gehouden werd.

De eerste keer vormden de klanken van bekende namen het enig aanknopingspunt, maar met het steeds meer beluisteren van die uitzendingen – wat toch spannend was – nam de toegankelijkheid ervan toe dankzij dat springlevend leervermogen dat je als jonge jongen had en met behulp van de verbeeldingskracht die het sluitstuk van zo’n reportage in het Noors vormde en die je waarachtig ook nog eens rode oortjes bezorgde. Kom daar nu dus niet meer om, nu de verslaggeving van de Olympische Winterspelen zo’n overdaad aan informatie bevat, dat elke fantasie verder wordt uitgesloten, de verbeelding niet meer wordt getart. De vracht aan informatie, aan nieuwtjes en feiten is zo omvangrijk en onophoudelijk dat er geen andere keus is dan de hele lading kritiekloos tot je te nemen en vervolgens verder te gaan met de geit, dan wel om je ervan af te keren omdat er niets meer aan je verbeelding wordt overgelaten. Terwijl daardoor juist de magie van zo’n groot sportevenement of wat voor een gebeurtenis ontstaat. Waarmee meteen de makke van deze tijd is benoemd, namelijk dat alles, van A tot Z suf, plat en dood gekletst, geduid en geanalyseerd wordt, totdat er kraak noch smaak van overblijft. Daar heb ik dus last van en daarom heb ik met de Olympische Winterspelen weinig tot niks uit te staan en behoort het niet tot de orde van mijn dag.

Over robschimmert

een senior met een brede belangstelling en een sterke maatschappelijke betrokkenheid, die daaraan op schrift en in de vorm van een weblog vooral uitdrukking wil geven.
Dit bericht werd geplaatst in Persoonlijk en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Het ontbreken van rode oortjes

  1. Sjoerd zegt:

    Het gaat om de mensen die het doen, eigenlijk niet eens om het resultaat… Iedere winnaar heeft een verhaal.

  2. Dhyan zegt:

    Ik ben het volledig met je eens.

Plaats een reactie