Armoedige sportjournalistiek

Every inch a gentleman. Stiff upperlip. De cliché’s konden niet op. De sportpers raakte niet uitgeput in het aanslepen ervan om Christopher Froome, de Tour de France – winnaar, te typeren, maar deelde aldus aan zichzelf tegelijk een brevet van onvermogen uit en bewees meteen het gelijk van de aloude stelling dat als je in de journalistiek nergens voor deugde dat je dan nog altijd terecht kon in de sportverslaggeving. Omdat daar geen standaard voor vakbekwaamheid zou gelden volgens deze bewering, en eigenlijk met het intrappen van open deuren en het begaan van gebaande paden kon worden volstaan. Hetgeen dan ook bewezen werd in praktisch alle verslagen daags na zijn huldiging in Parijs na afloop van de door Froome gewonnen Tour. De armoe en het gebrek aan inhoud droop er aan alle kanten vanaf, met als de ultieme kers op de taart natuurlijk alle aandacht voor de zwangerschap van de vrouw van de geletruidrager. Hopelozer en treuriger kon het bijna niet. Eigenlijk geen artikel uitgezonderd, met telkens weer de opvallende luiheid en de ergerlijke gemakzucht van de betreffende sportjournalist, die het volkomen af liet weten als het ging om het belichten van de achtergrond van het opvallend presteren van Christopher Froome. Want nergens de vraagstelling hoe hij dit niveau heeft kunnen bereiken.

Welke voedings – en trainingsschema’s hanteerde hij en hoe speelde hij het bijvoorbeeld klaar om zo’n ongekend aantal pedaalomwentelingen per minuut te realiseren? Wie deed nou dat onderzoek daarnaar en wie bevroeg het begeleidingsteam van Sky daarover? Wat toch niet zo lastig kon zijn met een toegankelijk en goedlachse man als Servais Knaven in haar midden? Ik heb het deerlijk gemist, met de nadruk op dat ‘deerlijk’, omdat ik al die sportscribenten wel zich zag haasten om aandacht te besteden aan de luid geuite Franse twijfels over de rechtmatigheid van Froome’s prestaties waarbij dan het vingertje werd opgestoken, misplaatst als die voorbarige kritiek ook door hen werd bevonden. Maar daar bleef het bij, dus zette verder geen zoden aan de dijk, waar juist inhoudelijk weerwerk tegen die Franse hetze meer dan op zijn plaats zou zijn geweest. Maar daar liet de gezamenlijke sportjournalistiek het afweten. Onderzoek, diepgang, die daarvoor vereist was, bleek teveel gevraagd, waar cliché’s immers stukken makkelijker te hanteren zijn en veel sneller en eenvoudiger bij het lezerspubliek doen scoren. Zo schijnt het te moeten werken, maar bewijst het tegelijk en opnieuw de armoede van de sportjournalistiek, waarin nul en niks al goed genoeg wordt gevonden.

Over robschimmert

een senior met een brede belangstelling en een sterke maatschappelijke betrokkenheid, die daaraan op schrift en in de vorm van een weblog vooral uitdrukking wil geven.
Dit bericht werd geplaatst in Media en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Armoedige sportjournalistiek

  1. Mack zegt:

    Fransen. Als er een Fransman de gele trui droeg en hij injecteerde zichzelf voor de camera, dan zouden ze nog geen vragen stelllen.

Plaats een reactie