Ze zullen zonder twijfel te vinden zijn in de IJsselmeerpolders, de lange, kaarsrechte wegen, die altijd achter de horizon lijken te eindigen. Ook langs het Noordhollands kanaal, boven Alkmaar, zullen ze zeker aanwezig zijn. En anders ligt hun gelijke wel tussen het Hellegatsplein en Oude Tonge. Maar of al die wegen de lengte en troosteloosheid kennen, die de N66 tussen Nederweert en Helmond bezit, daar durf ik gerust een vraagteken bij te zetten. Want als er een weg langs de liniaal op een tekentafel kon zijn ontstaan, dan toch wel dat rechte eind tussen die twee grotere plaatsen, met een afstand van zo’n vijfentwintig kilometer. Niet dat de moderne tekentafel of een CAD/Cam – program bij het ontstaan van die weg is komen kijken. Het grote werk daarvoor werd al zo’n dikke honderdvijftig jaar eerder gedaan, toen de Zuid-Willemsvaart werd aangelegd. Waardoor de strook erlangs alleen nog maar geasfalteerd behoefde te worden om die N66 over de hele lengte getrokken te krijgen, langs de rand van de Peel. Als om de doelloosheid die dat hele gebied toen nog kende, nog eens extra te onderlijnen. Nu, zoveel jaar later, heeft de moderniteit en de welvaart die daar bij hoort zelfs in deze contreien toegeslagen, met dank ook weer aan diezelfde N66, die niettemin symbool blijft staan voor de troosteloosheid die deze streek nooit heeft verlaten.
Dat merk je maar al te snel als je die vijfentwintig kilometer lang erover aflegt, met rechts of links van je – afhankelijk van de rijrichting – onophoudelijk en aaneengesloten riet, met daarachter alleen maar het water van de Zuid-Willemsvaart, dat verder nooit wordt beroerd, omdat ik er al die keren dat ik er langs reed, nooit een schip op heb zien varen. En voor het overige word je omgeven door groen – en grijstinten in een landschap dat de monotonie van die N66 alleen maar lijkt te moeten bevestigen. Met hier en daar een sluis, welke dan bijna veelbetekenend en fantasieloos de naam Sluis 11 of Sluis 13 heeft gekregen, terwijl de overige variatie bestaat in wat panden die passeren en waarop de namen ISObouw en Berkvens Deursystemen prijken. Even hoekig, grauw en vierkant als alle rest die je langs ziet komen op die N66. Waar alleen nog hier en daar een vleugje historie opflikkert, met daarin de directe verwijzing naar een somber verleden. Want zou het je niet treurig te moede worden als je op een al dan niet statig pand in die groengrijze vlakte het opschrift ‘Hoeve Antonius’ of ‘Villa Zaandijk’ dan wel ‘Landgoed de Apotheek’ zou moeten lezen, zij het dat het anderzins op dat hele traject het enige serieuze ijkpunt en welkome afleiding is. Vandaar mijn respect voor al diegenen die dagelijks die N66 heen en terug afleggen om bijvoorbeeld hun werk in Weert of Helmond te doen en dan ook nog zonder kleerscheuren hun pensioen weten te halen.