‘Louter droefheid’ (Carmiggelt)

Met zijn ‘Kronkels’, columns en overpeinzingen was hij in zijn tijd, zo’n dertig of meer jaar geleden, een fenomeen en in zijn genre een onbetwiste grootheid. Maar hoe betrekkelijk al dat soort lof en roem is, blijkt wel uit het feit dat hij nu al bijna vergeten is en tegelijkertijd door zovelen nadien nagebootst. Natuurlijk gaat het hier over Simon Carmiggelt, die hier met dit gedicht ‘Louter droefheid’ bewijst dat hij over meer talenten beschikte, welke mogelijk teveel onderbelicht zijn gebleven.

Ik voel mij somber. Ei, wat zal ik doen?
Een platte geest dronk nu een glaasje.
Maar ik ben een poëtisch baasje
en ga mijn weemoed in een versje doen.

Dat is het voordeel van mijn gave.
De burger kan zijn ei niet kwijt,
terwijl ik, rustig mijn neerslachtigheid
gelijk een paardje voor mijn kar laat draven
.

Is het volbracht, dan ben ik opgelucht.
‘k Heb schoonheid uit mijn pijn gewrongen.
Mijn lieve pen heeft mooi gezongen.
Ik stap in bed. Ik geeuw en zucht.

En staan mijn verzen later soms te kijk
in ‘Gouden Aren’ of in ‘Dichterschat’,
dan zegt de leraar bij deez’ pennespat:
‘Kijk jongens, hier had hij het moejelijk.’

Advertentie

Over robschimmert

een senior met een brede belangstelling en een sterke maatschappelijke betrokkenheid, die daaraan op schrift en in de vorm van een weblog vooral uitdrukking wil geven.
Dit bericht werd geplaatst in Gedichten en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op ‘Louter droefheid’ (Carmiggelt)

  1. Dhyan zegt:

    Geweldig,
    Dank

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s