Een episode die meer is dan een krabbel in de marge van mijn bestaan zonder bepalend te zijn voor de richting ervan, moet gesitueerd worden in de tweede helft van de zestiger jaren, de tijd dat ik studeerde in Amsterdam. Volgens velen de plek waar het toen allemaal gebeurde. En dus ook gebeurde, terwijl daaromheen mijn leventje zijn weg probeerde te vinden. College, eten in de mensa aan de Damstraat, klaverjassen en vooral proberen daar te zijn waar de temperatuur van het maatschappelijk klimaat de koortshoogte aan het zoeken was. Demonstraties, teach ins, politieke meetings en natuurlijk wel eens met de ME op de vuist. Want we waren jong en we wilden ook wat. Hoewel het ook niet altijd enerverend was. Van de paar guldens die ik van thuis kreeg, was het namelijk lastig leven en al zeker te weinig om het op de barricades vol te houden en de maanden zonder schulden rond te komen. Dus moest er bijverdiend worden. En omdat geld toen ook al niet stonk, was elk baantje goed genoeg en golden er dan even geen anti – kapitalistische principes meer. Waardoor ik het zonder verder met de ogen te knipperen gemakkelijk een flinke tijd volhield als interne postbode op het hoofdkantoor van de AMRO – bank aan het Rembrandtsplein. Met als mijn interne klant de afdeling Buitenlands Betalingsverkeer.
Troosteloos werk natuurlijk. Maar het betaalde. En voor de rest maakte je er wat van. Bijvoorbeeld samen met mijn toenmalige collega Wim T. Schippers die toen al een plaaggeest was, een geboren ontregelaar, lol als hij had om op de tijd dat het personeel naar huis wilde gaan, de paternoster (een draaiende lift) met een simpele handbeweging stil te zetten en aldus menigeen voor een luttele vijf minuten in zo’n kooi in een onmogelijke positie vast te houden, omdat ontsnappen daaruit niet mogelijk was, tenzij er halsbrekende toeren werden verricht. Zo kon je er weer even tegen om je de volgende dag weer te amuseren met de aanblik van medewerkers van de Amsterdamse en Rotterdamse Bank die tegenover elkaar gezeten het verdomden om met elkaar te praten, want dat uitsluitend deden met hun collega’s naast hen van dezelfde voormalige werkgever. Waarmee alleen maar gezegd wil zijn dat er ook toen al treurnis heerste op de werkvloer, maar dan als gevolg van een ijlings beklonken en opgedrongen fusie. Niets nieuws dus onder de zon, waar je je toen ook al mee vermaakte om zo de dag door te komen. En eigenlijk is de geschiedenis zich zo alsmaar blijven herhalen. Waarschijnlijk, denk ik, voor iedereen.
Wim T. Schippers….die zette de boel altijd op stelten. Zou daar bij de AMRO bank de basis voor gelegd zijn?
Mooi verhaal!