Zo’n zeven maanden zijn we nu opgezadeld met het coronavirus. Lang genoeg en met voldoende ervaring ermee om te beoordelen hoe we er nu voor staan, wat we zijn opgeschoten om dat tot dan toe voor ons onbekende fenomeen onder de knie te krijgen. Wie zich daar voor schrap wil zetten, zal al snel tot weinig opbeurende conclusies komen. Hoogstens dat er in de zorg wat stappen zijn gemaakt die de indruk wekken dat er nu betere behandelmethoden voorhanden zijn. Wat dus zonder meer winst is, nadat begin maart van scratch af aan daar een begin mee moest worden gemaakt. Maar dat is dan ook de enige vrolijke noot. Want voor het overige is er weinig reden tot lachen of optimisme, zeker als er gekeken wordt naar de wijze waarop alle processen met name van overheidswege, en meer in het bijzonder door het kabinet, gemanaged zijn, met Hugo de Jonge als de vakminister die het meest in de fout ging en de zwakste indruk maakte. Waarbij hij – het moet gezegd – welhaast uitblonk door het summum aan goede bedoelingen, welke echter een zachte dood stierven in het surplus aan vrijblijvendheid dat zo kenmerkend is voor zijn hele optreden. Waar in feite geen chocolade van te maken is en dat daarom ook nauwelijks uit zijn handen kwam. Sterker nog, welke verkeerde weg is hij niet ingeslagen en hoeveel vertraging hebben al zijn beloften niet ondergaan voordat ze onzichtbaar werden of in het vergeetboek terecht kwamen?
Zonder dat er verder een sanctie of correctie op stond. Hij kon gewoon doorgaan. Wat ook geen wonder is als het hele kabinetsbeleid en de uitstraling van het hele koor van bewindslieden zich kenmerkt door dat voortdurend accentueren van de eigen verantwoordelijkheden die ieder mens heeft, tot je er haast flauw tot een beetje misselijk van werd omdat de uitkomst van dat geloof 0,0 bleek te zijn. In die zin dat er om dat virus te beheersen en klein te krijgen na zoveel maanden totaal geen potten bleken te zijn gebroken, noch door het kabinet, noch door het OMT, waarin zoveel meningen rondgingen en hoorbaar waren dat een Poolse landdag daar niets bij vergeleken was. En last but not least ook niet door de Nederlandse bevolking, dat weer eens onvergelijkelijk ongezeglijk was en de woorden ja en maar op ieder dienstig moment met hoofdletters schreef. Omdat we immers zelf verantwoordelijk waren, vonden we van alles wat en gingen we onze eigen gang. Met als flitsend resultaat oeverloos gezwam en een coronavirus dat aan een tweede opmars begon. Moeten we daarmee en zo de lange winter doorkomen, is de vraag die je vervolgens meteen moet stellen. Met de tegelijk benauwende wetenschap dat er eigenlijk niets anders op zit dan zo maar wat gezamenlijk door te modderen.
Alles is beter dan dat daar landelijke wetgeving op volgt. Het moet een uitzonderlijke crisissituatie blijven waarop uitzonderlijke maatregelen kunnen worden toegepast. Maar wel slechts tijdelijk. Het moet niet zo zijn dat we gedwongen worden steeds meer autonomie prijs te geven. De overheid deed er beter aan adequate voorlichting te geven waarom extreme maatregelen tijdelijk nodig zijn.
Soms verzucht ik wel eens: doe mij maar een dictator die het een paar jaar lang voor het zeggen heeft. Als die het na een paar jaar slecht gedaan blijkt te hebben wordt-ie met pek en veren het land uit gejaagd. Doet-ie het goed dan krijgt-ie een lauwerkrans. Maar dit? Met zoveel kapiteins op een schip die allemaal voortdurend van mening veranderen blijft het schip stuurloos ronddrijven en loopt het mogelijk op de klippen. Zul je zien dat de ‘kapiteins’ dan allemaal als schuldige aanwijzen. Anders is het wel de schuld van de passagiers omdat die de kapiteins niet op hun verantwoordelijkheid hebben gewezen.
1. Neem je eigen maatregelen, dat heb je deels zelf in de hand. 2. Niet meer naar talkshows kijken over dit onderwerp….