Ilja Leonhard Pfeijffer is zonder twijfel een mooischrijver. Het spelen met woorden, het bouwen van zinnen en het jongleren met de interpunctie, met de komma’s, de punten, de gedachtestreepjes, is hem wel toevertrouwd. En hoe graag laat hij die vaardigheid niet zien. Hoe zeer komt de classicus in hem niet aan het woord als hij de meest complexe zinsconstructies haast achteloos uit zijn mouw schudt, waardoor hij je als lezer toch niet vermoeit. Nee, hij daagt je daarmee uit, hij prikkelt je om met hem in zijn taalkunstenaarschap mee te gaan en zo en passant ook de nodige van zijn gedachtelijnen te volgen. Gedachtelijnen die hij op een geraffineerde wijze uitzet en daarmee als het ware een verhaal componeert, dat zo maar opeens, merk je ergens halverwege zijn boek, drie, vier dominante elementen blijkt te bevatten die uiteindelijk, maar toch nog onverwacht, op elkaar ingrijpen en samenvloeien. Waardoor de totale vertelling, die aanvankelijk broksgewijs en in parallelle lijnen wordt opgediend, toch die innerlijke samenhang heeft om het als een consistent geheel te kunnen beschouwen. Zo ongeveer verliep mijn leesavontuur dat ik – nieuwsgierig geworden door zijn optreden in ‘Zomergasten’ – aanging door zijn “Grand Hotel Europa” op te pakken en de uitnodiging van die 550 pagina’s dikke roman, boek van het jaar 2019, te aanvaarden.
Zonder dus bedrogen uit te komen, ondanks mijn aanvankelijk zoeken naar verbanden tussen de verschillende verhaallijnen. Zoals daar zijn liefdesgeschiedenis was, de zoektocht naar een doek van Caravaggio, zijn verblijf in Hotel Grand Europa en zijn Venetiaanse waarnemingen. En dat alles doorspekt met beschouwingen over het massatoerisme en andere actuele maatschappelijke verschijnselen, waarbij hij de knipoog niet schuwt, maar tegelijk positie kiest en een confronterende opvatting evenmin uit de weg gaat. Waarbij, naarmate het verhaal vordert, duidelijk wordt dat het dit haast filosofisch materiaal is dat de diverse verhaallijnen bij elkaar moet brengen. Wat dan ten slotte ook gebeurt als helder wordt dat alles met alles te maken heeft in zijn “Grand Hotel Europa”. Waar Pfeijffer wat mij betreft dan ook de bocht uit schiet door aan zijn geschiedenis een te gemakkelijk punt te willen draaien door er ook nog half en half een vermeend happy end aan te breien. Had dus niet gehoeven. De laatste door hem gebruikte metafoor, in de vorm van een luisterrijke begrafenis, was mooi genoeg. Maar omdat hij daarna toch nog even van geen ophouden wist en eigenlijk te lang door bleef schrijven, maar ook weer erg mooi, is hem dit vergeven. En rest de conclusie dat zijn “Grand Hotel Europa” gewoon echt gelezen moet worden.
Helemaal mee eens. Het is een meesterwerk!
De taalkunst (c.q. kunde) is ook aan jouw deur niet voorbij gegaan.
Bedankt voor het compliment.
Ja goed boek w.b. thematiek, vertelkunst, maar soms ook wat teveel van het goede.
Maar dan ook zijn La Superba lezen! Vond ik persoonlijk nog mooier/
Mooie review. Ben het ook met je eens over het einde, dat naar mijn aanvoelen toch net iets te netjes is. Zonder de verrassing te willen bederven voor wie het boek nog wilt lezen: dat met die finale vondst had voor mij niet gehoeven. En de verloving van twee niet nader bepaalde personages stak me ook zwaar tegen, eerlijk gezegd.