Auto rijden in een Zuideuropese omgeving heeft zo zijn eigen bekoring. En dan worden natuurlijk niet die ellenlange tolwegen bedoeld die vaker door de lokalen als de pest worden gemeden omdat ze geld kosten. Veel meer gaat het over het chaufferen in het binnenland, met als bovenmatige lekkernij, als je er tenminste van houdt dat koersen door die zo ver mogelijk van de snelweg gelegen dorpjes, waar je als automobilist nog eens je manoevreerkunst mag beproeven. Bij voorkeur in de smalst mogelijke straatjes, waarvan je je afvraagt hoe het in hemelsnaam mogelijk is dat daar nog autoverkeer toegelaten wordt en waar het succesvol rijden uitsluitend lukt met ingeklapte buitenspiegels. Zonder zweetdruppels en samengeknepen billen kom je er niet weg, maar laat dat nou net en precies de sport van zo’n avontuur zijn, waarvan ik dus al zei dat je er wel lol in moet hebben en waarin verdwalen onmogelijk is, laat staan dat je achter je stuur ten einde raad raakt. Er is zelfs in het ergste geval altijd een oplossing en een uitweg, merkte ik een jaar geleden in het schitterende Provencaals dorpje Villedieu.
Daar moest ik ook zo nodig tot in het diepst van haar binnenste met mijn auto doordringen om op een gegeven plek niet meer verder te kunnen, vastgelopen leek te zijn en nauwelijks nog voor of achteruit kon op een totaal vergeten plek. Waardoor ik het allemaal zelf moest oplossen, met een centimetertje in zijn vooruit, en daarna een centimetertje in de achteruit om vervolgens een ruk aan het stuur te geven. Een beweging en een ritme die oneindig vaak herhaald moesten worden om beweging en een andere richting aan mijn auto te geven. Wat uiteindelijk na veel vijven en zessen lukte en mij een leermoment opleverde, dacht ik tot eergisteren, toen ik door het fraaie Portugese visserplaatsje Alvor reed en op een haar na in een soortgelijk probleem verzeild raakte. Met haar typisch Zuideuropees stratenplan als de volgende valkuil, waarin ik bijna donderde als ik niet bijtijds die grote P had gezien welke mij verwees naar de gratis parkeerplek die in haar centrum achter een grote stortplaats lag. Wat later de ideale (?) uitweg bleek om uit dit overigens verder fraaie doolhof zonder krasjes en kleerscheuren te kunnen geraken, maar mij opnieuw de gelegenheid bood om mijn stuurkunst een slag verder bij te slijpen.