In Delft en Nieuwe Schans

In de loop der jaren is er een rijtje Nederlandse steden ontstaan, waar ik om een of nadere reden altijd langs ben gereden, met de auto of met de trein, zonder dat ik de drang of de noodzaak voelde om eens een omweg erheen te maken. Terwijl het stuk voor stuk steden zijn die de reputatie hebben dat ze een bezoek meer dan de moeite waard zijn. Een paar sprekende voorbeelden zijn Amersfoort, Gouda, Breda, Delft, Schiedam en Leiden. Ik ben er dus nog nooit geweest, omdat het er eigenlijk nooit van is gekomen, hoewel mogelijkheden zich heus, zo herinner ik mij, hebben voorgedaan. Denk niet dat daarom voor mij een bucketlist is ontstaan waarop ze figureerden. Zo hoog is de nood niet bij mij, maar dat gemis was natuurlijk wel een aanleiding voor mij om toch eens die kant op te gaan. Aan tijd heb ik namelijk geen gebrek. Vandaar dat ik ten langen leste toch eens een keer in Delft verzeild raakte en daar kennis mocht maken met al het moois dat deze typisch Hollandse stad te bieden heeft. Eigenlijk te veel voor een kortstondige visite van een uur of vier. Dus moet je eigenlijk heel streng selecteren en veel voor een volgende keer reserveren. Dat had tot gevolg dat de kennismaking met Delft zich moest beperken tot de Nieuwe en Oude Kerk, beiden zes – tot zevenhonderd jaar oud en opengesteld voor en druk bezocht door het publiek. Volkomen logisch. Want neem nou zo’n Oude Kerk. Daar kun je je echt vergapen aan de grote hoeveelheid gebrandschilderde ramen van glazenier Joep Nicolas.

En net zo’n attractie is de Nieuwe Kerk, niet alleen vanwege de aanwezigheid van de grafkelder van de Oranjes, maar ook omdat je jezelf nog eens op de proef kunt stellen doordat je daar langs 378 treden naar zo’n honderd meter hoogte mag klimmen om van daaruit en rondom op een schitterend uitzicht getracteerd te worden. Met als bonus uiteraard de voldoening en dat lekkere gevoel dat je het toch maar mooi geflikt hebt, dat kunststukje van die klim en afdaling. Zo zeer dat je die tevredenheid best nog een paar keer daarna naar jezelf durft uit te spreken. En dat nagenieten hield maar niet op en diende zich zelfs nog een paar dagen later aan, op nog zo’n ongedachte en onverwachte plek die je in je stoutste dromen niet verzonnen krijgt, maar die echt wel bestaat, hoewel je er een extra straat voor om moet gaan. Want naast de deur is het niet, dat verrukkelijke terras bij De Graanrepubliek in Nieuwe Schans, aan het enkel spoor naar Duitsland, net voor de grens en na het station, aan de Oude Zijl, waar koffie en capuccino waarachtig met hoofdletters geschreven worden. En dat in en bij een oude tramremise, die in 1873 gebouwd is. Waarmee ik verder alleen gezegd wil hebben dat als je er maar op uit trekt, je genoeg te vertellen hebt, maar vooral veel te beleven, eigenlijk meer naarmate je verder van huis raakt. In Delft en Nieuwe Schans, om maar eens een paar dwarsstraten te noemen.

Advertentie

Over robschimmert

een senior met een brede belangstelling en een sterke maatschappelijke betrokkenheid, die daaraan op schrift en in de vorm van een weblog vooral uitdrukking wil geven.
Dit bericht werd geplaatst in Tips en getagged met , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

4 reacties op In Delft en Nieuwe Schans

  1. Sjoerd zegt:

    Voor Leiden mag je dan best wel een paar dagen uittrekken. Dat is mijn ervaring tenminste…

  2. sjogkel zegt:

    Koffie drinken in Nieuwe Schans per trein, een wereldreis van 5 uur en 10 minuten heen (Mtr). Terug binnen een dag, hét kan.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s