Dit “Aan de schrijvers” werd geschreven door J.B. Charles (1910 – 1983), wat het pseudoniem was voor de jurist en criminoloog Willem Nagel. Hoewel als dichter zeker productief, verkreeg hij toch het meest bekendheid met zijn boeken ‘Van het kleine, koude front’ en ‘Volg het spoor terug’, boeken die het karakter van een pamflet, schotschrift en ook aanklacht hadden.
Neem een schep woorden,
schep mij een taal,
kom op, vertel een verhaal.
Maar tel ’t op je vingers na:
het moet helemaal
zelf zijn verzonnen.
Anders hoef ik het niet.
Wat jij hebt gevoeld
dat wil niemand horen,
ook niet wat je ‘bedoelt’.
Dus doe niet te echt.
Praat mij niet van wetten,
ik stik al in recht.
Maar tover mij voor
en ik ben je knecht:
samen krijgen wij die verdomde
werkelijkheid er wel onder.