Het Nederlands is een ingewikkelde taal. In grammaticaal opzicht, maar nog meer door een best complex idioom, taaleigen, dat alleen maar ondoorgrondelijker en lastiger te leren wordt doordat het een ongekende woordenschat heeft. Waardoor het des te onbegrijpelijker wordt dat die hele woordenschat ook nog eens uitgebreid wordt met bakken vol leenwoorden uit de drie moderne talen. Om nog maar te zwijgen over de inbreng van de straattaal die steeds groter wordt. Alsof we niet genoeg hebben aan onze eigen fraaie taal. Waarvan een sprekend bewijs wel wordt geleverd door het aantal woorden dat bijvoorbeeld gebruikt kan worden om aan te geven dat iemand teveel of zelfs veel te veel gedronken heeft:
starnakel – lam – dronken – ladderzat – bezopen – in de olie – in de lorum – aangeschoten – stronthagelvol – lazarus – kachel – zat – sikker – teut – tipsy – beneveld – beschonken – boven zijn theewater – blauw – onbekwaam – laveloos – te diep in het glaasje gekeken – toeter
Haha, de keuze is reuze…