Wat is dat toch met ons Nederlanders dat wij maar al te graag koplopers, om niet te zeggen kampioenen, willen zijn in het bevuilen van onze eigen taal? Kom vooral niet in het Frans, Duits, Spaans of Italiaans om de staaltjes die wij ons veroorloven om het Nederlands, een taal waar we ook best trots op mogen zijn, om zeep te helpen. Hieronder alweer een derde ronde van zogenaamde leenwoorden uit het Engels die in ons dagelijks spraakgebruik zijn terecht gekomen alsof onze eigen taal geen bruikbaar woord voorhanden heeft:
bucketlist – slapstick – borderline – after shave – speech – nuggets – line up – inswinger – blender – beamer – back up – design – kick off – bestseller – spin off – panel – flash back – brace – bed and breakfast – taskforce – headbangen – catchy – level playing field – nondescript – burn out – speaker – cruise – lean and mean – triple A – gentleman’s agreement – housewarming – brunch – oversized – dress code – work out – party – retailer – know how – security – facelift – pin up girl – pick up – brain drain – middle of the road – empowerment – human resources
in the middle of nowhere…
Je ontkomt er gewoon niet aan dat we straks allemaal Engels (s)preken