Een gedicht mag best geestig zijn en dus een komische pointe hebben. Een fraai voorbeeld daarvan gaf schrijver Frans Pointl, van wie de verhalenbundel “De kip die over de soep vloog” genomineerd werd voor de AKO-literatuurprijs 1989. Hij mocht daarom aanzitten aan een diner dat voorafging aan de uitreiking van die prijs en kwam naar aanleiding daarvan tot het volgende gedicht dat hij de titel “Ako-diner 1990” gaf:
er stonden een Rolls, een Bentley en een Porsche
een echtpaar stapte uit een Saab Turbo
ik stapte uit mijn strippenkaart
voor het eerst zat ik aan
aan een diner
dat viel verdraaid niet mee
een colonne obers bracht schalen binnen
waarop saumon fumé
daarna kreeg ik een bord
met iets roze-roods erop
dat leek op een jonge uit het nest
gevallen en gefrituurde reiger
ik vroeg iemand hoe dit heette
die meneer zei: zolang het niet
beweegt kunt u het rustig eten
het diner was beslist niet slecht
maar ik prefereer brood met omelet
aangezeten aan eigen aanrecht.
Een alleraardigst gedicht…
Geweldig.