Er was geen ontkomen aan. Steeds weer speelde woensdag na afloop van het spektakelstuk dat Ajax en Bayern München brachten, de vraag op of hier nu weer net zo geschiedenis was geschreven als ruim vijftig jaar terug, toen Ajax, het nog onbeduidende en in Europa onbekende Ajax, het grote Liverpool in een in mist gehuld Olympisch Stadion met 5 – 1 overklaste. De befaamde mistwedstrijd die de opmars van Ajax in Europa zou inluiden. De wedstrijd ook die debutant Cees de Wolff eeuwige roem zou verschaffen omdat hij met het eerste doelpunt van zijn voet de ban brak. Het werd in zijn voetballoopbaan ook meteen zijn enige wapenfeit, omdat er na die wedstrijd nooit meer iets van hem is vernomen. Maar voetbalgeschiedenis had hij intussen op die zevende december 1966 wel geschreven, zoals dat hele onvergetelijk treffen meteen in het collectieve vaderlandse geheugen gegrift werd. Was het niet door de shock van de uitslag, dan op zijn minst toch wel door de bizarre weersomstandigheden waarin er die avond voor de Europa Cup I werd gespeeld. De mist was namelijk zo dik dat de spelers vanaf de tribune maar net op een half deel van het speelveld te onderscheiden waren, omdat de grasmat toen nog omzoomd werd door de wielerbaan die onlosmakelijk met dat Olympisch Stadion verbonden was. Een historische avond werd het dus waarop Michels en Cruijff voor het eerst echt begonnen op te vallen buiten de grenzen van Nederland.
Met name in Engeland, waar het voetbal minnend publiek plus de schrijvende pers nogal wat dagen nodig had om van de schrik te bekomen dat een bolwerk als Liverpool werd geacht zo de oren gewassen kon krijgen. De verbazing, ophef en opwinding in Nederland, maar nog meer in Amsterdam was er niet minder om. Hoe helder staat die avond mij nog altijd voor de geest. Op televisie heb ik de wedstrijd toen niet gezien. Als tweedejaars student moest ik het met mijn transistortje doen, wat de pret echt niet mocht drukken. Integendeel, zou ik zelfs zeggen. Met het radioverslag waarvan de toonhoogte en de opwinding naarmate de wedstrijd vorderde alleen maar toenam, kreeg de verbeelding natuurlijk alle kansen, waardoor ik makkelijk meegenomen en vervoerd kon worden. Wat dan ook volledig gebeurde en zijn climax kreeg toen de wedstrijd was afgelopen. Want wat ik nooit gehoord of meegemaakt had, was dat er een getoeter, gejuich en gefluit op de naburige van Woustraat losbarstte. Horden fietsers reden juichend voorbij. Het was een koude, mistige decemberavond in het jaar 1966, dat deze geschiedenis werd geschreven. Tweeenvijftig jaar geleden. En om heel eerlijk te zijn heb ik dat nadien nooit meer zo intens meegemaakt en ondergaan. Ik heb nog uren wakker gelegen. Waardoor ik er toch aan twijfel of met die wedstrijd van afgelopen woensdag net zulke geschiedenis is geschreven. Laten we het er op houden dat de tijd dat zal leren, al zal ik dat niet meer meemaken.
Zo groot als toen zal het nooit worden, we zijn daarna verwend geraakt.