Er zijn verschillende manieren om de onsterfelijkheid te bereiken. Het kan groots en meeslepend. Wie droomt daar niet van? Maar net zo goed door een simpele waarheid als een koe, de wisecrack die op het goede moment op de juiste plaats wordt gebezigd, weet ik maar al te goed door die man die langs die weg in mijn galerij van eeuwige roem terecht kon komen en daar eigenlijk al bijna zestig jaar figureert omdat ik hem daarna uit het oog ben verloren. Zou hij nog leven, dan was hij zonder twijfel de oudste inwoner van Nederland. Want zover gaan we terug in de tijd, namelijk naar het eind van de vijftiger jaren, toen ik dagelijks in Utrecht met lijn 12 van de GEVU naar mijn middelbare school in Utrecht aan de Homeruslaan ging. Het was altijd volle bak in de ochtendspits en het was vaste prik dat tegelijk met ons praatjesmakers van veertien, vijftien jaar ook een Amsterdammer instapte. Zo’n Mokummer die getekend was door een leven waarop de crisis en de oorlog hun stempel hadden gezet en die nu op weg was naar de Kromhoutkazerne, waar hij als burgerambtenaar in dienst van Defensie zijn tijd zichtbaar was aan het uitdienen. Dat straalde hij bepaald uit en zo keek hij ook om zich heen, maar meestal naar buiten, met de oren vooral gespitst.
Niets ontging hem, maar wisten wij veel in onze onschuld. Wij klepten maar door en op maandagen vooral over de prestaties van DOS en Elinkwijk, de toonaangevende voetbalclubs van dat moment uit Utrecht. Wat gaven we er hoog van op en wat waren we te spreken over onze local heroes zoals Tonny van der Linden, Humphrey Mijnals en Cor Luiten. En het ging maar door en door, elke maandag. Met na een paar keer de interventie van die Amsterdammer, die mij op mijn arm tikte en vervolgens alleen maar tegen mij zei: “Luister, jongen, bedenk goed dat er maar twee ploegen in Nederland zijn, en dat zijn Ajax 1 en Ajax 2.” Waarna zijn blik zich weer richtte op de Nachtegaalstraat waar wij juist met de bus doorreden. En die eerste keer bleef zich herhalen, veel maandagochtenden aaneen. Vaste prik tijdens het voetbalseizoen. Tot hij er op een dag niet meer was, onze man uit Amsterdam, met het vetbultje op zijn linkerwang en de regenjas die later door inspecteur Columbo leek te zijn overgenomen. Zijn tijd uitgediend en gepensioneerd waarschijnlijk, maar wel met een plek in mijn galerij van onsterfelijkheid. Zodat hij niet voor niets geleefd bleek te hebben.
Aha, dus zo heb je je laten ompraten.
Nou, ben jij aan de beurt met jouw verhaal. Voor de draad ermee…..!
Het verhaal waarom ik voor PSV ben? Dat is al sinds de basisschool die in Brabant stond. Er waren er toen ook al een aantal voor Ajax, de beste club destijds. Maar mijn beste vriendje was voor PSV. Zo is het bij mij begonnen. Ik woon al vijfendertig jaar boven de rivieren, dus een PSV’ er kom ik niet vaak tegen.
Wat is er mooier dan in stilte en eenzaamheid van de glorie van je favorieten te genieten?
In 1988 werkte ik op een Amsterdamse school. Vlakbij het oude Ajax stadion staat deze school. Natuurlijk was Ajax een veel terugkomend onderwerp. Mijn zachte g maakte dat ik voor de Amsterdammers een Belg ben.
Vragen naar de beste voetbal club was altijd leuk. Na het voorspelbare antwoord vroeg ik dan wie staat er bovenaan bij de Nederlandse competitie. Het antwoord was dan ook standaard. Dat is niet belangrijk want Ajax is en blijft de beste …
Vrolijke groet,
@Rob H: Geloof me, ik kreeg twee collega’s uit Brabant, één nota bene uit Eindhoven, allebei voor Ajax. Je wilt echt wel eens bijval.
@Rob A: da’s wel lekker makkelijk, altijd voor de beste zijn, ongeacht waar die zich op de ranglijst bevindt. Devaluatie heeft geen grip op ze.
Prachtverhaal!
Over zijn gelijk dan wel ongelijk zullen we het daarom maar niet hebben ….
Vrolijke groet uit Amsterdam,
Een mooi verhaal, de man zal wel niet weten welk een invloed zijn commentaar gehad heeft.