Als de Nederlandse televisie ergens onder gebukt gaat, dan toch wel onder de gemakzucht van de programmamakers. Kind van de rekening is uiteraard de televisiekijker die geacht wordt om alles voor zoete koek te slikken wat hem wordt voorgeschoteld, en verder zorg mag dragen voor de totstandkoming van de kijkcijfers. Waarmee wat er zoal op de buis wordt geproduceerd, blijkbaar wordt gelegitimeerd en zo een vicieuze cirkel op gang komt waarbinnen kwaliteit gedoemd is om onder te gaan. Dat wil zeggen gewoon leidt tot kort door de bocht programma’s maken zonder dat nog iemand tegen de haren in gestreken wordt. Met als logisch gevolg dat succesvolle formules tot in extremis uitgemolken worden en de Bekende Nederlandes niet aan te slepen zijn om hun diensten te bewijzen in dat circus waar nog alleen de kijkcijfers tellen. Waarbij niet eens meer de vraag telt of er nog iemand zit te wachten op de zoveelste BN’er die zijn kunsten vertoont. Eenvoudigweg, zeggen de tv – bazen en – makers, omdat de houdbaarheid van hun aanwezigheid allang is bewezen en verder geen tv – kijker er ook nog om maalt. Waardoor het dus kan bestaan dat wij getuige ervan mogen zijn hoe ene Kees Prins, die ooit zijn bekendheid verwierf in en door Jiskefet, op zoek gaat naar zijn eigen verleden.
Wat zijn zijn wortels en wie zijn zijn voorvaderen en waar komen ze vandaan? Ogenschijnlijk prangende vragen voor de producent en voor Kees Prins himself, maar noem daarnaast de naam van om het even welke Nederlanders die ook maar een greintje interesse heeft in de beantwoording van al die vragen, die kennelijk wel op de vaderlandse televisie moet worden vertoond. Omdat het zo gemakkelijk is en ook goedkoop? Een andere reden is er toch niet te verzinnen voor de aanwezigheid van deze flauwekul die ook nog eens zogenaamd interessant wordt gemaakt, omdat het hele verhaal opgehangen wordt aan de zoveelste Bekende Nederlander, die het natuurlijk allemaal best lekker vindt. Maar wat moet je als kijker op afstand met zo’n mogelijkheid om ook een beetje mee te gluren en een kijk te krijgen in iemands persoonlijk leven? Is het dit appeleren aan de wat plattere instincten, waar de programmamaker op mikt? Als dat zo is, dan is zijn gemakzucht nog lager bij de grond en verdient het lamlendigheid genoemd te worden. Waar we als tv-kijker wel lelijk mee opgescheept zitten.
Ik kan deze beschouwing niet volgen omdat bij mij meteen de knop omgaat, er zijn voldoende alternatieven, zelfs zonder reclame, waar ik beter naar kan kijken.
Ik vond dat Kees Prins wel op het einde enkele nuchtere uitspraken deed op z’n Kees Prins’s.