We hebben er lang op moeten wachten, maar vandaag is ze dan toch in volle hevigheid losgebarsten: de herfst, het jaargetijde dat door zovele dichters op de meest uiteenlopende wijzen is bezongen. Zo ook door Hanny Michaëlis (1922 – 2007), die ooit nog eens de echtgenote van Gerard van ’t Reve is geweest. Haar “Herfst” luidt als volgt:
De bomen roesten in het zieke licht
langs somber in zichzelf gekeerde grachten.
In wilde, stormdoorvlaagde regennachten
vertoont de maan een bleek, behuild gezicht
boven de lege straten, smalle schachten
waar in een onverbiddelijk gericht
de zomer langzaam voor het najaar zwicht,
terwijl de huizen op het einde wachten.
Tegen de morgen is de strijd beslecht.
Een vage geur van heimelijk bederven
heeft aan de moede wind zich vastgehecht.
Tussen een handvol dunne zonnescherven
heeft zich de zomer moeizaam neergelegd
om eenzaam en onopgemerkt te sterven.
Het was gisteren inderdaad een beetje herfst in Zuid Limburg… en eindelijk een flinke plas water.
Dit gedicht is mij een te droevige weerspiegeling van de herfst. Mijn favoriete jaargetijde.
Eerst nog de indian summer…