Het baanwielrennen, en dan met name het professionele baanwielrennen, kent een rijke geschiedenis, waarin de vijfentwintig jaren na de Tweede Wereldoorlog een absolute bloeiperiode vormden. Er werden in heel West – Europa vooral, veel baanwedstrijden in kleine stadions met wielerbanen georganiseerd, waar een talrijk publiek op afkwam. Voor de goede baanrenners, zeker voor de sprinters, die toch min of meer als de fine fleur binnen het baanwielrennen werden beschouwd, was er een prima boterham te verdienen. En ze leverden met hun spectaculaire sprintwedstrijden eigenlijk altijd waar voor hun geld aan tevreden toeschouwers, die vooral genoten van de ‘sur places’, het stilstaan op de fiets, die soms wel eens tientallen minuten konden duren, omdat de renners elkaar zo de kop, de minst gunstige positie, in de wedstrijd wilden opdringen. Tien van de meest bekende sprinters uit die bloeitijd van het baanwielrennen waren:
Arie van Vliet (Nld) – Jan Derksen (Nld) – Reginald Harris (GB) – Oscar Plattner (Zwi) – Antonio Maspes (It) – Michel Rousseau (Fr) – Pierre Trentin (Fr)- Daniel Morelon (Fr) – Patrick Sercu (Bel) – Enzo Sacchi (It)
Ik schaam mij diep, verder dan een stuk of vier kom ik niet….