Het zal mij niet alleen overkomen dat ik wel eens stuit op een maatschappelijk verschijnsel dat ik totaal niet kan plaatsen of waarin elementen samenkomen die niet met elkaar te rijmen zijn, althans door mij niet. Waar een fenomeen een tegenspraak in zichzelf wordt, een regelrechte paradox. Zo zie ik bijvoorbeeld het opleidingsniveau van mensen over het algemeen spectaculair toenemen. Een afgeronde hogere beroepsopleiding of een voltooide universitaire studie is de gewoonste zaak van de wereld geworden. Bij steeds meer mensen ligt de wereld daardoor aan hun voeten. Ze doen wat ze willen en kunnen en zetten diezelfde wereld net zo eenvoudig naar hun hand. Toegenomen welvaart en gegroeid zelfbewustzijn zijn de resultante van de toegenomen kansen op onderwijs en tegelijk ook het middel om verder te kunnen. De nieuwe, eenentwintigste eeuwse mens is stukken mondiger geworden en laat zich daarom ook niets meer wijs maken, zou de eenduidige conclusie en konstatering kunnen zijn. Met dank ook aan de gegroeide communicatiemogelijkheden die diezelfde ontwikkeling ook nog eens eenparig versneld en versterkt hebben. Maar laat nou net in die digitale revolutie ook de paradox beginnen, de twijfel aan dat beeld, aan dat profiel van die moderne mens die heel goed in staat is om zijn zaakjes op te knappen. Want nooit was de betutteling in de richting van de burgers groter dan momenteel het geval is. Met de overheden en publieke organisaties als de meest uitgesproken representanten van dat gedrag waarin neerbuigendheid en gebrek aan empathie om voorrrang strijden.
Terwijl hun acties die zich richten op de zorg en het welzijn van de bevolking, vast goed bedoeld zullen zijn. Maar als je een Nationaal Hitteplan lanceert, dan mag er toch meer verwacht worden dan het advies om vooral luchtige kleding te dragen en beschutte en schaduwrijke plekken op te zoeken. Dan kun je beter stoppen met het geven van advies omdat geloofwaardigheid altijd het begin van acceptatie is, terwijl hier de grens van het ridicule werd overschreden. En met de voortdurende uitgifte van code rood, geel en oranje zou ook wel eens terughoudender omgesprongen kunnen worden. Alsof men zich daar werkelijk telkens door gewaarschuwd zou moeten voelen. Gezien de frequentie en het heersend idee dat men de ogen echt niet in de zak heeft, heeft het steeds meer weg van op de kast jagen. Met vandaag als klap op de vuurpijl als het om geringschatting gaat, het serieuze en zeker welgemeende advies van een Drents Overijssels Waterschap aan kinderen om waar wateroverlast is, toch vooral niet in de plassen te stampen. Want dat zou een slecht idee zijn omdat regenwater zich kan vermengen met vies water uit overstroomde riolen. En daar kunnen dan gezondheidsklachten van komen. Oftewel is dit de overheid die wij verdienen, terwijl we geacht worden en ook vinden dat we het allemaal best heel goed zelf weten en ook kunnen? Of moest die overheid er niet eens echt voor ons zijn in plaats van ons ondersteboven te communiceren?
Dat hitteplan is inderdaad een lachertje….
Waar komt het sentiment trgen betutteling vandaan?
Wie heeft nog een voorraad water en voedsel in huis, voor het geval dat…? Wie houdt zich aan maximum snelheden? Ons economische stelsel propageert onbekommerdheid, genieten en geluk, de boel de boel lagen, terwijl men ons tegelijkertijd een loer draait. Voorbeeld de auto- en tabaksindustrie, de reisbranche. Shell wist al jaren over de klimaatverandering. De overheid schippert daardoor heen soms goedbedoeld (het hitteplan) of met halfzachte maatregelen of knijpt een oogje dicht. Bij de weermannen zie je het ongemak bij een code oranje of rood. Het valt altijd verkeerd met spot of hoon. De schuldvraag ligt niet bij onszelf.