Zomerse gedachten

Het moet wel raar lopen wil over enkele decennia de zomer van 2018 niet in één adem genoemd worden met die van 1947 en 1976, die fameuze warmte-exemplaren in de meteorologische geschiedschrijving. Waarvan de eerste in mijn herinnering is opgetekend in losse beelden en fragmenten van een vacantie op een idyllische eilandje in de Loosdrechtse plassen. Een Arcadia voor mij als nog geen 4-jarige dat daardoor nadien nauwelijks meer overtroffen is. Ook niet door die van 1976, waarvan de grenzeloze hitte mij stukken minder is bijgebleven dan de aangekondigde komst van mijn dochter Edith en dan alle besognes en nieuwe indrukken die mijn toen nog nieuwe huis met zich meebrachten. Waardoor er van achterover leunen en dolce far niente geen enkele sprake was op dat punt dat de definitieve levensweg door mij werd ingeslagen. Hoe anders verhoud ik mij nu tot de warmte, de zon en de zomer die momenteel maar van geen ophouden weten en die nu dus met graagte kunnen worden ondergaan. Een beetje als de kers op de taart, waarvan het nu dan toch smullen geblazen is. Overigens wel in het volle besef dat alles wel weer compleet anders is dan vroeger, dan in 1947 en 1976. Toen zonnebaden en gebruind zijn bepaald statusverhogend werkten.

Was het al niet om daarmee te bevestigen dat het goede leven meer binnen bereik was gekomen dan het zwoegen in het zweet des aanschijns dan toch zeker om te gelden als geslaagde poging om een gooi te doen naar het schoonheidsideaal van die dagen. Het goede leven dat met name veel tastbaarder was in de landen rond de Middellandse Zee en dichterbij dan in de natte, koude Hollandse delta, waar de zon eerder zeldzaamheid was en meestal ver te zoeken. Logisch dat dat paradijs op aarde zo’n twee, drie weken per jaar opgezocht en ervaren werd, moest worden om de tucht van het kille bestaan gedurende de overige negenenveertig weken te kunnen doorstaan. Maar met de opwarming van de aarde, het veranderend klimaat, waarvan we de voordelen en geneugten ons maar al te graag laten aanleunen, is de noodzaak van de jaarlijkse trek naar de zon, over de Autoroute du Soleil, ook langzamerhand verdwenen, nu de zon en warmte vaste klant in de eigen achtertuin zijn geworden. Vacantie is daarmee meer zoiets als het voorzien in de behoefte aan tapetenwechsel geworden, in dat verlangen naar een ander decor, om de eentonigheid om ons heen de rest van het jaar te kunnen verdragen. Dat is de stand van de 21e eeuw, kunnen we wel zeggen, in de zomer van 2018, die er een is om nooit te vergeten.

Advertentie

Over robschimmert

een senior met een brede belangstelling en een sterke maatschappelijke betrokkenheid, die daaraan op schrift en in de vorm van een weblog vooral uitdrukking wil geven.
Dit bericht werd geplaatst in Herinneringen, Persoonlijk en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Zomerse gedachten

  1. Sjoerd zegt:

    Dat bruin worden een tijd bovenaan de hitlijst stond weet ik als geen ander. Een kleine zonnestraal en ik ben al bruin. Ik durf niet eens in de zon te lopen, binnen de kortste keren krijg ik vragen waar ik op vakantie ben geweest. Ofwel ik hoef nooit opzettelijk in de zon te gaan zitten om heel snel bruin te worden, verbranden door de zon heb ik ook nog nooit meegemaakt.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s