Op 24 maart j.l. hekelde ik hier de pretentieuze recensie van het boek “Kindsoldaat” van Oscar van den Boogaard. In de Volkskrant van de dag daarvoor had Persis Bekkering nogal stevig de staf erover gebroken en meer dan twee sterren konden er bij haar niet vanaf. Met als belangrijkste argument dat het boek als literair project mislukt was. Grote woorden, die meteen de vraag rechtvaardigen wat ze er voor de boekenliefhebber nou toe doen. Want zit daar eigenlijk iemand op te wachten, behalve dan die enkele recensent? Nog afgezien van die andere vraag of bij het verschijnen van een boek al vaststaat of het wel of geen literatuur is. Of zou het misschien zo zijn dat de tijd dat vanzelf leert, zoals de tijd ook aangeeft of de betekenis ervan langer meegaat dan de recensie die er aan wordt gewijd. Met al deze overwegingen in mijn achterhoofd was het haast logisch dat ik dat boek “Kindsoldaat” ook ben gaan lezen, al was het alleen al om de relevantie van het oordeel van die mevrouw Persis Bekkering te bepalen. Hoewel ik uiteraard nieuwsgieriger was naar het boek zelf, niet in de laatste plaats ook getriggered door de bewering van de auteur Oscar van den Boogaard dat hij een buitenechtelijk kind van Prins Bernhard zou zijn. Genoeg redenen dus om eens recht voor dit boek van bijna zeshonderd bladzijden te gaan zitten.
Een pil, dat zeker, maar bepaald niet dik genoeg om het toch haast in één adem uit te lezen. Wat uitsluitend en alleen op het conto van Oscar van den Boogaard kan worden bijgeschreven. Want schrijven kan hij haast als geen ander. De kunst om de lezer geboeid en aan het verhaal gekluisterd te houden verstaat hij bovenal, deze verteller pur sang, die het zichzelf ook nog niet eens zo gemakkelijk heeft gemaakt door juist aan de dialoog zo’n voorname plaats in zijn verhaal toe te kennen. Waarbij hij daar toch te weinig op de rem is gaan staan, waardoor er soms wel heel erg lang met elkaar gesproken wordt. Wat de vaart van de vertelling niet ten goede komt. Maar voor het overige schrijft hij een fascinerende familiegeschiedenis, waarvan hij dus op het laatst ook even deel uitmaakt. Het voert te ver om hier over de details uit te weiden. Vast staat dat hij erin is geslaagd om mij veel leesgenot te verschaffen, zonder dat het verder bij mij nu wringt dan wel schuurt of “Kindsoldaat” nou wel of niet deel uitmaakt van de hedendaagse literatuur. Laat dat de zorg van Persis Bekkering zijn. Ik heb gewoon een lekker boek gelezen, met zoveel herkenningspunten daarin dat het daardoor des te makkelijker te verteren was.
Ik lees nooit recensies. Ik kijk wie het maakt, waar hij over schrijft een blader even door het boek