Wat moet er nog gezegd worden na een verkiezingsdag en een uitslagenavond waar alles weer het oude liedje was en eigenlijk alleen maar de grijsgedraaide plaat opnieuw werd afgespeeld? Want was er nou echt iets nieuws onder de zon nadat het verdict van de kiezer helder was geworden. Resultaat was niets anders dan treurnis. Op gemeentelijk en ook landelijk niveau. Dat kan tenminste wel gezegd worden als notoire linkmichels als Jo Palmen in Brunssum zijn positie nog met een zetel meer versterkt weet en als een figuur als Jos van Rey ondanks alle strafrechtelijke bewegingen rond zijn persoon nog doodleuk dezelfde machtspositie in de gemeente Roermond blijkt te behouden. Waar gaat het dan nog over en hoe hoog moet het beoordelingsvermogen van de kiezer dan nog worden aangeslagen? Zeker als die ook nog een mandaat wil geven aan een troel als Annabel Nanninga, die tot nu toe niets anders heeft bewezen dan te kunnen schofferen zonder dat ze ooit last heeft gehad van een serieuze mening. Amsterdam kan zich ermee feliciteren en tegelijk sterkte toewensen, omdat het er wel vier jaar mee moet doen. Zoals de stad Rotterdam ook maar niet af lijkt te kunnen komen van babbelgrage kletsmajoor Joost Eerdmans, die geen betere luisteraar heeft dan hijzelf. Hoezo is het dynamisch daar aan de Maas, als zo’n windbuil maar niet uitgekletst raakt en opnieuw vier jaar door mag met zijn praatjes voor de vaak?
Is dit al een treurige herhaling van telkens dezelfde zetten, waarmee de kiezer zichzelf toch een brevet van onvermogen geeft, nog tenenkrommender is de wijze waarop de landelijke politiek en haar kopstukken zich met deze uitslag menen te moeten bemoeien en deze hebben geduid. Natuurlijk was er opnieuw geen gebrek aan gemeenplaatsen en open deuren en waren verliezers in geen velden of wegen te bekennen of te horen. Zo driftig werd er recht gepraat wat krom was en werden tegenvallers natuurlijk kansen en nieuwe uitdagingen. Met wel als toppunt wederom D’66 – voorman Pechtold, die het eclatante verlies van zijn partij wist te verhullen door doodleuk te beweren dat het goud dat bij de vorige verkiezingen werd behaald, nu weliswaar zilver was geworden, maar dat dat meteen betekende dat D’66 nog altijd een plaats op het podium der winnaars bekleedde. Waarna Jesse Klaver ook niets beters wist te verzinnen om zijn winst te vieren door opnieuw met opgerolde mouwen en een wit overhemd met bovenste knoopjes vooral los voor de dag te komen. Oftewel ook al weer zo’n oud liedje en oude wijn in een nieuwe zak. Waarin ik al met al mijn gelijk bevestigd zag om mij vooral afzijdig te houden van al deze kouwe drukte, die er na de #GR 18 te zien, te horen en te lezen was.
Het is in ieder geval groener in Nederland… Ik mag dat wel.
Je brengt je gevoel prima onder woorden daar niet van, ik leefde mogelijk in een andere bubbel: het was best amusant er viel wat te kiezen en ook weer niet, wat het gaat geven blijft ongewis… ik vrees dat het in in dit democratisch stelsel niet beter kan.