Het houdt niet op met de gekte in Den Haag. En Wilders en Baudet maar in hun vuistje lachen. Want er is de afgelopen week op en rond het Binnenhof weer meer dan genoeg koren op hun molens geproduceerd. Als er nog vertrouwen in de politiek bestond, dan heeft het de zoveelste opdonder gekregen, waardoor de positie van beide stuurlui aan wal alleen maar verder dreigt te verbeteren. Ze hoeven er ook nog eens niks voor te doen. Het komt ze allemaal aangewaaid, waarbij hun gelijk totaal niet aan de orde is, hoogstens het feit dat zij het tegengeluid vormen, de tegenpartij zijn van de gevestigde orde die het er steeds meer bij laat liggen en het daarmee ook die velen die nog een rotsvast geloof in de parlementaire democratie hebben, danig moeilijk maken, om niet te zeggen in verlegenheid brengen. Want wat moet je met bewindslieden en volksvertegenwoordigers die incompetent zijn, niet integer en betrouwbaar blijken en het in hen gestelde vertrouwen doorlopend beschamen? Met als dieptepunt en meer dan pijnlijk voorbeeld de volledige afgang van Halbe Zijlstra, die al zover was gekomen dat hij in zijn eigen leugens en onwaarheden was gaan geloven, daarin ook nog gesterkt door Mark Rutte die in de Tweede Kamer in een vaag verhaal bleef steken om nog te kunnen ontsnappen en het daarbij bestond die leugen van Zijlstra het predikaat van politieke zonde te geven. En dat behoort dus het voorbeeld te geven. Gooi het maar in ieders pet. Zoals ook behoort te gaan met het voornemen om het raadgevend referendum af te schaffen.
Komt uit de koker van D’66, dat gedurende veel verkiezingscampagnes in de vorige eeuw daar goede sier mee wilde maken, een nieuw geluid liet horen en zich zo onderscheidde als de vernieuwer van het politiek systeem. Maar helaas pindakaas, de vreugde over dat pas ingevoerd referendum is van korte duur geweest, omdat de praktijk ervan niet helemaal beantwoordde aan de verwachtingen van de zittende politieke kaste. Dus mocht D’66 haar geesteskind weer bijzetten in de parlementaire geschiedenis om daarmee tegelijk een bijdrage te leveren aan de verdere verwijding van de kloof tussen de burger en de politiek. De laatste duit die in het zakje van het kenterend vertrouwen in de Haagse politiek werd gedaan, is het voornemen van de Tweede Kamer om volgende week een standpunt te verwoorden over de Armeense genocide. Over gevoel voor urgentie gesproken, waar blijkbaar in het geheel geen kaas van is gegeten. Want het gaat hier over een gebeurtenis die ruim honderd jaar geleden plaats vond, in 1915. Dus tijd genoeg geweest om daar iets van te vinden. Maar niet in het Nederlandse parlement, waar men nog even de rol van historicus wil gaan spelen en geen boodschap heeft aan heersende Turkse gevoeligheden. Kortom, welk belang is hiermee gediend? Of is het misschien zo dat zelfs die vraag niet meer aan de orde is, omdat het er nog alleen maar om gaat om aan de bal te blijven.
De ontkenning wordt tot op de dag van vandaag gebruikt om met leugentjes minderheden te onderdrukken, Zo werkt dat altijd met ontkenning.
De zoveelste VVD politicus die het veld moet ruimen. Dat daar nog iemand op stemt…