Valkenburg is verkozen tot Europese Kerststad van het jaar. Het behaalde dat predicaat overigens in de categorie “Kleine steden”. Dit ter verduidelijking en nuancering tegelijk. Wat niettemin de verwachtingen bij bezoekers of bij diegenen die het plan hadden om erheen te gaan in deze tijd van het jaar, alleen maar hoger gespannen zal hebben gemaakt. Met vervolgens de meer dan gerede kans op een domper. Althans zo is het mij opnieuw vergaan. En eigenlijk elk jaar weer. Maar ja, als je in tegenstelling tot mij van ver komt, dan zul je waarschijnlijk maar wat snel geneigd zijn om veel voor zoete koek te slikken en het zelfs mooi te vinden. Wat kun je ook anders als er geen huis en haard om de hoek is? Rechtsomkeert maken bij de eerste aanblik van troosteloosheid die die Kerstmarkt dit jaar tot op heden elke dag heeft geboden, gedompeld als ze was in de meest grauwe en natte omstandigheden? Met plenzende regen en louter parapluus en dus geen mens in vol ornaat te bekennen. Als ze zich al niet hadden teruggetrokken op de terrassen die met doorschijnend plastic afgeschermd zijn. Alsof de bezoeker daar even opgeborgen wordt om op te drogen en op temperatuur te komen, zonder dat er veel van passanten is te zien door al die regen en parapluus, terwijl het kijken daarnaar toch de grootste lol van dat terrassen pikken schijnt te zijn. Maar dit jaar dus niet.
Hoogstens die stoeten en queus van mensen die op zo’n dag toch ook wat moesten en zich dus diep weggedoken in hun donkere jassen onder zwarte regenschermen via de Grote Straat voortsleepten en slenterden naar de plek waar het ultieme Kerstmarktgevoel te verkrijgen zou zijn. In de beide grotten aan de voet van de beroemde Cauberg, waar het al even troosteloos was ondanks de afgekloven Kerstmuziek die weliswaar op de achtergrond toch nadrukkelijk aanwezig bleef zonder een beeld of idee van de Kersttijd op te roepen. Waarmee in feite zo’n dagje Kerstmarkt in Valkenburg al was bekroond en de grootste opgave er verder in bestond om zo’n programma uit te smeren over een bezoek dat toch minstens tien uur moest duren. Vandaar waarschijnlijk die alom heersende trage tred in het centrum van het Geulstadje die de tijd waar men zich toe veroordeeld heeft, vanzelf gemakkelijker doodt, afgezien dan van die tastbare verveling. Geen groter geschenk daarom dan dat mijn bestemming zich zo’n vijf kilometer verder bevond.
Als je van A naar Beter wil en je zou door Valkenburg moeten gaan, raad ik eenieder toch aan om om te rijden via Geulhem…