Er wordt nog wel eens lacherig gedaan over Limburg. De zachte g, de dialecten hoeven op weinig genade te rekenen in het Randstedelijk milieu. Verberg hem daar maar zo goed mogelijk, want voor je het weet, heb je hem zitten en ben je middelpunt van hoon. De associatie met domheid wil maar niet verdwijnen, alle redeneringen als Brugman en aanprijzingen die zo uit toeristische folders geput konden zijn, ten spijt. Het frame, het Hollands vooroordeel is wat dit aangaat muurvast in die geesten verankerd. Hoe dom kun je niet zijn. Maar dat klinkt teveel als die jij-bak, terwijl er langs andere wegen en meer gefundeerd genoeg tegenin gebracht kan worden. Wie zijn ogen namelijk goed open heeft, krijgt de argumenten op een presenteerblaadje aangereikt. Bijvoorbeeld via het gekende tv-programma “Ik vertrek”, waarin Nederlanders gevolgd worden die zich in het buitenland gaan vestigen. Wat in dat contingent deelnemers al opvalt, is het relatief grote aantal vertrekkers dat afkomstig is uit het deel van Noord-Holland dat boven het Noordzeekanaal ligt en meer in het bijzonder Noordelijker van Alkmaar en Hoorn. Mensen die zonder uitzondering verkondigen dat ze klaar met Nederland zijn en met het beroerde weer, waar je steeds mee te maken hebt.
Eigenlijk ook wel zo begrijpelijk als je in die uithoek woont, bij Schagen, den Helder, Medemblik en Heerhugowaard, waar elke depressie wel drie keer lijkt langs te komen en de wind ook twee keer zo hard als in de rest van het land waait. Word je daar al struktureel chagrijnig van, daar aan het eind van wereld, weggeradeerd achter Alkmaar, het is natuurlijk helemaal een aanslag op je humeur en ontneemt je ook elke moed en zin als je om aan die peilloze treurnis rond Schagen te ontkomen, ook nog eens uren aaneen langs kaarsrechte wegen en kanalen moet rijden in langzaam en stilstaand verkeer. Dat je dan de balen hebt van Holland en er klaar mee bent, is nog te begrijpen, maar projecteer dat ongenoegen dan niet te gemakkelijk op de Limburger die het misschien wat beter getroffen heeft en dichter bij het vuur zit, waar je je als Noordhollander ook zo graag aan zou warmen. Heeft teveel weg van kinnesinne, die omzetting van negatieve energie. Definitief vertrekken met het lot in eigen hand is wijzer en verdient veel meer respect dan die gemakkelijk weg van met de pest in je lijf te blijven zitten waar je zit om dan maar smalend te wijzen naar anderen.
Laten wij Limburgers maar lekker thuis blijven… Het is hier zo slecht nog niet, alaaf…
Ik begrijp het minderwaardigheidsgevoel van de Limburger ook niet, als ze dat al hebben. Dat moet je toch ontgroeien omstreeks een bepaalde leeftijd? Vanochtend op radio 1 een item over carnaval in Limburg. Dat heeft een heel wat serieuzere betekenis dan in Brabant.
Als je in het vliegtuig ziet en je ziet dat deel van Noord Holland, dan stelt het ook weinig voor van IJsselmeer tot aan de Noordzee. Ze hebben daar ook een nochalant taaltje dat door de klank een voorsprong lijkt te hebben. Maar ik heb het te vaak gehoord om er nog van onder de indruk te zijn.
Over die vreselijke tongval met dat haast verongelijkte toontje wilde ik het nog niet eens hebben. Als je in zo’n ellendige streek woont, kun je, denk ik, niet anders meer spreken.
Purrumurènt!