Het merendeel van de Nederlandse steden vormt ongeacht hun omvang en ligging een bron van nationale trots. Een deel van de Nederlandse geschiedenis is daar op een fraaie manier bewaard gebleven in architectonische vorm. Ga naar de steden in Holland, naar de elf Friese steden of de stadjes aan het IJsselmeer. Bezoek Groningen of Maastricht dan wel de steden langs Lek, IJssel en Maas en ontdek de nationale schatkamer en heb kontakt met het verleden dat daar nog zo tastbaar aanwezig is. Het is inderdaad stuk voor stuk fraai en lijkt nauwelijks overtroffen te kunnen worden in schoonheid en historische betekenis. Wat echter wel het geval blijkt te zijn en nog niet eens zo ver van huis. Ga naar onze Zuiderburen en zie daar vergelijkbaar stedelijk schoon, in Brussel, Antwerpen, Brugge, Kortrijk en Leuven. Met daarnaast echter één stad die haar gelijke niet kent, noch in Nederland, noch in België, gewoon ongeëvenaard is, uniek in haar soort. Dat is Gent, net over de Zeeuws – Vlaamse grens, aan het eindpunt van het kanaal dat in het Nederlandse Terneuzen begint, een stad die in vroeger tijden, in de Middeleeuwen, gebouwd en gevlijd werd aan de oevers van de Leie. Met als gevolg dat die rivier nu door die stad stroomt en aan beide zijde omzoomd wordt door de schitterendste gebouwen van vele honderden jaren oud, welke bijna perfect bewaard zijn gebleven. Binnen het gebied waaromheen de Leie kronkelt, is in de loop der eeuwen een levendige en compacte stad ontstaan.
Die wordt nu gedomineerd door een aantal massieve bouwwerken, zoals daar zijn de Sint Baafskathedraal, het Belfort, de Michaëlskerk, de Jacobskerk en de Sint Nicolaaskerk, die stuk voor stuk ook van een opvallende architectuur zijn. Direct in de luwte van deze kerken en torens bevinden zich de kolossale citadel, het Gravensteen genaamd, de Gentse schouwburg en het Stadhuis. Dit alles wordt weer verbonden door diverse pleinen en markten, waar slechts plaats is voor het openbaar vervoer en verder de fietsers, voetgangers en terrassen het primaat hebben. Met de tientallen restaurants, brasserieën, proeflokalen en café’s als trait d’union daartussen en talrijke musea als noodzakelijke kers op de culturele taart, die de stad Gent gewoon is. Met zoals gezegd ontelbare genietingen en voor elck wat wils, hebben wij gedurende een paar dagen mogen ervaren. Waarbij de aantekening past dat het beeld omdat het koud, grijs en grillig was, alleen maar gedeflatteerd werd. Maar met een beetje opletten was desondanks heel snel duidelijk dat dit Gent een place to be is, een stad die niet gemist mag worden, waar men de tijd best om krijgt, vooral als de zon zich wat wil laten zien en de temperatuur gematigd of lekker is.
Je hebt gelijk, toch vind ik een deel terug in mijn stad in Belgie, Tongeren, lekker dichtbij, en het is er heerlijk vertoeven…