Schrapen, snaaien en graaien, laat dat maar aan de doorsnee BN’er over. Waar wat te halen is, is er altijd wel een van de partij. Alsof ze aan zichzelf en hun eigenlijke bezigheden niet genoeg hebben, zo staan ze voortdurend vooraan bij de verdeling van de prijzen. Want waar zijn ze niet te zien en te vinden? Bij ‘Wie is de Mol’. Hoewel BN daar wel met een erg kleine letter wordt geschreven. Robinson Eiland. Idem dito met een sterretje. Een volgende equipe van BN’ers is verscheept naar Java. Ook leuk als vakantie-adres, zeker als de publieke omroep dat betaalt. En zo gaat dat met een beetje fantasie door. Groeps – en individuele reizen te over, alleen maar om de kijker thuis te gerieven. Met – omdat er ook onder BN’ers verschil moet wezen – toch ook zoiets als het neusje van de zalm van nevenactiviteiten, die goed betaald zijn, maar wel voorbehouden blijven tot de crème de la crème qua bekendheid zonder dat dat terug te voeren hoeft te zijn tot bovengemiddelde prestaties en verdiensten. Want bekend word je ook als je maar vaak genoeg in beeld bent, waarbij doen of laten nauwelijks relevant is.
Sprekend voorbeeld van de man die door artistieke gewichtloosheid kon boven drijven, is dus Jeroen Krabbé die zijn innemendheid plus vlotte babbel vermoedelijk als grootste verdienste heeft en daar dus het nodige garen bij kan spinnen. Je hebt de gunfactor of je hebt hem niet. Krabbé, hoewel een gemiddeld acteur, een ondermaats schilder die uitblinkt door imitatie, kan daardoor blijkbaar zo maar geschikt worden geacht om de kijker mee te nemen op een kunsthistorische reis door het leven van Picasso, na eenzelfde tocht al te hebben gemaakt langs de plekken waar van Gogh zijn artistieke sporen had getrokken. Waar heeft de Nederlandse kijker het aan verdiend dat zo’n toelichting die vorm moet krijgen, want niet dieper graaft? Wat ook teveel van Krabbé is gevraagd, die er met zijn aanwezigheid en presentatie wel voor zorgt dat het leuk en gezellig blijft en niet te moeilijk wordt. Waardoor een lucratief vervolg verzekerd is. Want als je gek bent met jezelf, doe je er alles aan om aan de bal en in beeld te blijven. En dat is de kunst die die Krabbé als de beste, zeg maar gerust als geen ander, beheerst. Met als gevolg dat we voorlopig nog wel opgezadeld zijn met zijn egotrips, omdat er nog genoeg kunstenaars voorhanden zijn die aan zijn gretigheid moeten geloven.
Belastinggeld van de anderen ligt er altijd op de tafel bij de overheid en haar instellingen. Waarom zou je daar niet in graaien.
Dat is dan wel het liberalisme ten top, met de wet van de jungle en het recht van de sterkste als richtsnoer. Toch niet echt ‘my cup of tea’……
Bij mij is het ook opgevallen, iets teveel ego jammer ligt ook aan de avro/tros, bij van gogh vond ik het minder erg.
Ik hou niet van Picasso en ik hou niet van Krabbé, dus ik sloeg dit over.
Krabbé is nooit een van mijn favorieten ge weest. Dus laat maar zitten.