De euforie rond Max

Zonder iets af te willen dingen op de prestatie van Max Verstappen heb ik toch de behoefte om een tegengeluid te laten horen in de opeenvolging van euforische klanken erover. Met als meest opvallende noot daarin, althans voor mij, dat iedereen elkaar wel leek na te praten als men elkaar al niet probeerde te overtroeven in enthousiasme. Van de objectiviteit die je ook in de sportjournalistiek mag verwachten, werd een potje gemaakt met het grote publiek dat uiteraard op sleeptouw werd genomen. Alsof een Nederlander het zoveelste wereldwonder teweeg had gebracht, terwijl het alleen maar ging om de winst in een autorace, waarin het menselijk fysiek en atletisch vermogen het altijd aflegt tegen het technisch vernuft dat in extenso is gerealiseerd in een bolide, welke bestuurd wordt door een coureur. Hoe lang trouwens nog, ben je geneigd je af te vragen, gelet op alle technische ontwikkelingen die gezamenlijk moeten leiden tot een zelfsturende auto. Waardoor de coureur wel eens zijn langste tijd kon hebben gehad in die proeftuin en dat laboratorium dat het hele Formule 1 – circus in feite gewoon is. Maar dit als eerste relativering dan nog terzijde. Want de Verstappens, de Rosbergs, de Hamiltons en wie nog niet meer schijnen nog steeds een reden van bestaan te hebben en zelfs de bron te kunnen zijn voor overspannen nationaal chauvinisme. Zoals dus afgelopen zondag bleek na de overwinning van Verstappen in de Spaanse Grand Prix. Leuk en aardig, dat wel, maar voor mij geen reden om er zo’n heisa en soesa omheen te maken. Omdat er waarachtig wel meer sportieve prestaties worden geleverd door Nederlanders die dan ook nog eens van een andere orde zijn.
Maar daar lijkt het vaderland niet voor in beweging te krijgen zijn, terwijl het dan om sporten gaat die veel meer de naam van sport verdienen omdat er nogal wat van de beoefenaren wordt gevraagd. Mogen we herinneren aan de internationale titels die Dafne Schippers behaalde in de atletiek, de moeder en koningin van alle sporten? En waar was heel Nederland toen Wout Poels in de meest barre omstandigheden de klassieker Luik – Bastenaken – Luik met een mooie overwinning bekroonde. Dat waren prestaties die puur op eigen kracht werden geleverd en waar geen sprake was van een bondgenootschap tussen mens en machine, met de mens in de dienende en ondergeschikte rol, als robot, als speeltje in een spektakel dat ik maar lastig een echte sport noemen kan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het door mij zo geliefde wielrennen. Met beoefenaren ervan die het praktisch doorlopend voor de kiezen krijgen in rondes van drie weken lang waarin dagelijks vier, vijf uur op een fiets hevige ontberingen worden geleden. Mag ik alle euforie rond Max Verstappen daarom zwaar overdreven noemen en in geen verhouding vinden staan tot de bewondering die bijvoorbeeld de renners in de Giro verdienen die niet iets meer dan twee uur eens in de twee weken in een bolide zitten, maar elke dag de dubbele tijd op een te smal zadel rijden en als beloning de veronachtzaming plus een hongerloon ontvangen. Ten onrechte in het kwadraat als daarmee het inkomen van Max Verstappen wordt vergeleken.
Advertentie

Over robschimmert

een senior met een brede belangstelling en een sterke maatschappelijke betrokkenheid, die daaraan op schrift en in de vorm van een weblog vooral uitdrukking wil geven.
Dit bericht werd geplaatst in Sport en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op De euforie rond Max

  1. sjoerd zegt:

    En als laatste gaan die renners dan af en toe ook nog eens goed op hun bek…

  2. Mack zegt:

    Ik denk wel dat Max net zoveel traint als de wielrenners. En dat zonder doping. Nee, ik snap de euforie rond deze nooit vertoonde prestatie wel.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s