Wat nou de beweegreden voor mij is geweest om mijn hele leven lang een flinke bibliotheek op te bouwen, is een van die raadsels waar ik waarschijnlijk wel nooit het antwoord op zal vinden. Maar vandaag aan de dag zie ik wel het resultaat van het gehoor dat ik door de jaren heen ben blijven geven aan dat verlangen om maar zoveel mogelijk boeken te bezitten. Nu staat die verzameling dus daar en concludeer ik op de eerste plaats dat ik bij de samenstelling ervan, bij de voortdurende aanschaf alleen maar gedreven kan zijn door irrationaliteit. Want elk boek komt immers in een kast te staan als het uitgelezen is, waarna er over het algemeen niet meer naar wordt omgekeken. Waarmee ik niet gezegd wil hebben dat we maar collectief op de e – reader over moeten gaan. Maar intrigerend blijft het wel zo’n uitkomst van zelfreflectie, zonder dat ik er mijn leven door laat bederven. Want waar is die typische drive bij mij toch vandaan gekomen? Van mijn ouders heb ik het zeker niet meegekregen, hoewel zij, en dan in het bijzonder mijn vader, toch de nodige boeken door hun vingers hebben laten gaan. Voor de veertiger en vijftiger jaren was dat best opvallend. Want wie had er toen een boekenkast in de kamer staan, in een tijd waar men waarachtig wel wat anders aan het hoofd had dan om permanent boeken te lezen? Maar zo nu en dan kwam het er bij ons thuis toch kennelijk van, te oordelen naar de titels die ik mij nog herinner, die ik zelfs nog voor mij zie staan in dat multifunctionele bergmeubel, dat toen zo en vogue was.
Op een en dezelfde plek ruimte voor de radio, het servies, de drinkglazen en de boeken. Kon het nog praktischer, met alle genoegens in het zicht en direct bij de hand? Waaronder die trofeeën van vermoedelijk leesplezier, waarover verder niet werd gesproken. Zo belangrijk was het blijkbaar niet. Maar het neemt niet weg dat ik mij dus een aantal titels ervan wel degelijk nog herinner. Zoals ‘Helden zonder glorie’ van Norman Mailer, ‘Van het westelijk front geen nieuws’ van Erich Maria Remarque, ‘Moby Dick’ van Herman Melville, het onvermijdelijke ‘Muiterij op de Bounty’ van Herman Wouk, de biografie van Adolf Hitler, die zwart-oranje-zwarte paperback, van de hand van Alan Bullock plus de niet te missen vaderlandse auteurs Jan de Hartog en A.M. de Jong. En last but not least zie ik ineens ook voor mij de Penguin-pocket met ‘Of mice and men’ en ‘Cannery row’ van John Steinbeck. In het Engels. Wat vermoedelijk te maken heeft met het feit dat mijn vader indertijd vanwege zijn werk ook Engelse lessen moest volgen. Vandaar waarschijnlijk. Hoewel het gissen blijft, omdat er gewoon niet over werd gesproken. Dus haal ik hiermee iets van die achterstand in, die ik trouwens nog verder inloop als anderen mij ook eens vertellen wat zij zich nog herinneren van de lectuur die vroeger bij hen op de boekenplank stond. Dat moet wel zoete herinneringen oproepen.
Ook zo’n wandachtig meubel gemaakt door een timmerman. Een uniek ontwerp. Met links en rechts aan weerzijden, al het serviesgoed, koekentrommels, bergladen voor bestek en ordners en papieren.
Dan het middengedeelte van de kast, onderin een plank voor wat sierig in het oog springend keramiek en cristal, en een plank voor… boeken.
Op het boekenplankje stiond een kleine handzame encyclopedie, een dik oud woordenboek, ik meen een boek over de schilder van Gogh, het menselijk lichaam, een leesboek in de geest van Stijn Steuvels in mooie luxe uitvoering met goudopdruk, en later kwamen daar nog wat boeken bij, ik meen ‘out of africa’. Bovenhelft van het middeldeel bestond uit een uitklapbare klep waarvan het wandmeubel iin een soort secretaire veranderde. Ikea zou er jaloers op kunnen zijn, praktisch en op ‘maat’ gemaakt.
Bij mijn oma en opa stonden alle boeken van Theo Thijssen. Ik heb ze nu in mijn boekenkast staan. Verder boeken van Anna Blaman ( Eenzaam avontuur) herinner ik me nog.