Hoe het er elders in Limburg wat dit betreft aan toe gaat, weet ik werkelijk niet. Noch heb ik enig idee welke gebruiken er op dit gebied in de rest van het land gehanteerd worden en in zwang zijn. Ik prijs me gelukkig met de lokale gewoonte welke behelst dat bij elk sterfgeval de klokken van de Remigiuskerk gedurende een aantal minuten geluid worden. Het gebeier en het bronzen geluid dragen zover dat heel Schimmert op hetzelfde moment ervan op de hoogte wordt gesteld dat een van de dorpsbewoners overleden is. Toen ik hier net woonde en ik nog betrekkelijk jong was, vormde dat klokgelui, als ik het al eens een keertje hoorde, een abstractie en was het eigenlijk ver van mijn bed. Ik was de dertig net gepasseerd en had in feite nog niets met de dood, met het einde van het leven, dat ik in mijn jeugdigheid als haast eeuwig beschouwde. Het hele ritueel en de impact van dat klokgelui gingen aan mij voorbij. Het maakte geen indruk op mij, gevangen als ik was in de vluchtigheid van de dingen van de dag, met illusies die te vaak nog voor waarheden werden gehouden. Omdat ik jong was en nog zoveel wilde, dus vooral nog niets te maken wilde hebben met de kale werkelijkheid die in het levenseinde besloten ligt en dan alles betrekkelijk maakt.
Dus precies op dat ene moment als de klokken in Schimmert voor je luiden en de onvermijdelijkheid van ieders lot daarmee nog eens onderstrepen. En naarmate je dat geluid vaker gewaar wordt, dringt dat besef van de eindigheid en daarmee betrekkelijkheid alleen maar dieper tot je door, zo diep dat het een deel van je wezen uit gaat maken. En alleen nog maar meer, naarmate je dat geluid vaker hoort. Waar dus zeker sprake van is in een omgeving waarin de vergrijzing alleen maar om zich heen grijpt en het schuitje waarin ik ook zit dus steeds voller wordt en ook meer en meer bezet raakt met bekende gezichten. Dat krijg je ervan als je ergens veertig jaar woont. Met logischerwijs als gevolg dat dat klokgelui alsmaar dichterbij komt, als een volgende leeftijdgenoot verdwijnt. Wat niet betekent dat dat mij met angst en beven vervult. Zeker niet. Maar wat momenteel toch nog veel meer voor mij telt, is dat ik het allemaal hier nog veel te leuk vind en te verrassend. Zodat ik nog niet toe ben aan de echte verzoening met mijn lot en de Remigiuskerk gerust nog een tijd mag wachten om voor mij ook haar gebeier te laten horen.
Ik vind dat gebeier sinister, alsof iemand erop zit te wachten om die klokken te gaan luiden.
het is een prachtig gebruik, je zou het missen als je ver van huis gaat. Ik heb dat uit de mond van mensen die naar het midden-oosten moesten, of nog verder, woon maar eens een paar jaartjes in Singapore, dan gaat er wat door je heen als je thuis weer klokken hoort beieren.
mooi stuk
Dank je wel!