In een land waar de regering geleid wordt door een man die na zijn studie geschiedenis een aantal jaren op de afdeling Personeelszaken van een levensmiddelenconcern heeft gewerkt, lijkt de gedachte dat de juiste man de juiste plaats dient te bekleden, nauwelijks een serieuze kans te maken. Gestructureerd beleid, loopbaanplanning, het zijn begrippen die in de Nederlandse werkelijkheid van alledag bijna geen wortel schieten. Hapsnap-inzichten, netwerken en het goede gevoel blijken vaker leidend te zijn bij de invulling van functies bij de overheid of in de semi – publieke sfeer. Waarom ingewikkelde wervings – en selectieprocedures volgen als het eigen gezichtsveld, de vrienden – of kennissenkring evenzeer goede kandidaten kunnen bevatten? Zeker zo gemakkelijk en stukken goedkoper dan de inhuur van zo’n kostbare headhunter, die natuurlijk dat gevoel voor dat gewissen etwas mist dat noodzakelijk is voor de succesvolle vervulling van een positie. Dus hoeft dat idee van ‘ons kent ons’ nog niet eens zo verkeerd te zijn, is dan de redenering, waardoor ze op dit moment zo maar een leidend beginsel lijkt te zijn geworden bij de overheid, met de meest rare uitwassen tot gevolg. Want het is voor een buitenstaander natuurlijk niet te begrijpen dat een afgestudeerd literatuurwetenschapper zo maar, op een achternamiddag van juli, benoemd wordt tot president van de Algemene Rekenkamer, het instituut dat controleert of het Rijk geld uitgeeft en beleid uitvoert zoals het de bedoeling was.
In zo’n baan gaat het immers wel degelijk ergens over en is het des te verwonderlijker dat die ingevuld wordt door een afgestudeerd literatuurwetenschapper, die dan een persoonlijk vriendje van de premier heet te zijn. Maar dat moet blijkbaar kunnen in een land waar de regering dus geleid wordt door een historicus. Maar het kan nog gekker en de afwezigheid van enig P & O – beleid kan nog opzichtiger aan de dag treden. Tenminste in Nederland wel. Want natuurlijk was het van de zotte dat er ten tijde van de ramp met de MH17 niemand op de ambassade in Kiev werkzaam was die het Russisch of Oekraïens beheerste. Nee, die kennis moest in de volgende dagen en weken van elders op de wereld ingevlogen worden. Klunzig heet dat, geklungel op momenten dat er behoorlijk wat op het spel stond en taal juist bruggen kon slaan in de richting van gewenste oplossingen. Het slechte voorbeeld dat door de overheid werd gegeven en dat maar al te gemakkelijk navolging krijgt als er niet zo nauw naar kwaliteit hoeft te worden gekeken. Kijk naar het spoor, naar de NS, waar maar wat gedaan wordt. En zie hoe de NOS er in haar Tourverslaggeving ook maar een slag naar slaat als ze een of andere kwebbeltante een sleutelrol in de reportages rond dat wielerevenement laat vervullen, omdat ze langzamerhand aan de beurt was. Zo ongeveer is de stand van het land, welke achteruit keldert doordat het met de vervulling van serieuze functies dus van de hand in de tand gaat. Wat op zijn zachtst gezegd best verontrustend genoemd mag worden.