Het was een dubbeltje op zijn kant. Op de valreep werd het Nederlands Kampioenschap Wielrennen voor Professionals in Emmen net geen aanfluiting. Het kreeg op de finish na 253 kilometer een winnaar die op de erelijst van de achtereenvolgende titelstrijden beslist niet misstaat. Een coureur die al de nodige overwinningen, waaronder een paar grote klassiekers, achter zijn naam heeft staan. En die met zijn zege allereerst een lange neus trok naar al die zogenaamd ambitieuze kollega’s die bedankten voor deelname aan deze wegrace, die anders toch wel een aparte plaats op de wielerkalender heeft en verdient. Een kampioenschap van een land betekent immers wat en misstaat zeker niet op de conduitestaat van een wielrenner die op een geslaagde loopbaan wil kunnen terugkijken. Dat mag allemaal wel zo zijn, maar het weerhield een groot deel van de Nederlandse wielertop niet ervan om niet bij dit kampioenschap te verschijnen. De koers zou niet passen in hun voorbereiding voor de Tour de France. Een ongelooflijk en ongeloofwaardig verhaal als het gezet wordt naast het feit dat twee ware matadoren in hetzelfde weekeind in Spanje en Italië kampioen van hun land konden worden. Was getekend Valverde en Nibali, twee renners die in de komende Tour ondanks die deelname aan dat kampioenschap op de weg zo goed als zeker stukken hoger zullen eindigen dan onze vaderlandse sterren als Mollema, Gesink, Kelderman, Dumoulin, Slagter en Poels die er dus voor pasten om in Emmen te verschijnen.
Of was het parcours, vlak als het was, mogelijk beneden hun waardigheid, waardoor ze er niet over peinsden om zich daarop met het gewone wielervolk te meten? Een doorzichtige smoes die, en dat is nog veel erger, ook een schoffering was voor de wielerliefhebbers die wel de moeite namen om naar Emmen af te reizen en daar dus een wegrace hebben gezien met een zeldzaam spannende ontknoping. Vooral dankzij de latere kampioen Niki Terpstra, Lars Boom, Sebastiaan Langeveld en Dylan van Baarle die zich wel als de ware professionals gedroegen, dus zich niet achter hun eigen waan en praatjes verscholen. Net zo als ook Steven Kruijswijk en Laurens ten Dam, die zich dus evenmin hadden hoeven te laten zien met het oog op hun aanstaande Tourdeelname, maar beseften dat wieleradeldom wel degelijk verplicht en geen enkele reden kan zijn tot het kil calculeren van die bij dit kampioenschap door afwezigheid schitterende collega’s. Te vrezen valt trouwens dat zij met dat berekenende gedrag in de Tour weinig zullen bereiken. Omdat dat een ronde is waarin de aanval loont en welke met hart en ziel zal moeten worden gereden. En het is maar de vraag of Poels, Dumoulin, Gesink, Mollema, Slagter en Kelderman daar genoeg van bezitten, als ze nu al, nog voor het begin van de Tour, zitten te rekenen en op hun tellen te passen.
En laat ik daar nou even niets van gezien hebben…