Verslaggever Theo Verbruggen heeft afgelopen woensdag zonder twijfel gescoord op de redactie van het NOS – Journaal en moet daar zeker de lachers op zijn hand hebben gekregen met zijn item over de invallen bij de Limburgse Bandidos. Niet dat hij nou zo’n lollige broek is, te oordelen tenminste naar de ernst waarmee hij zichzelf altijd in beeld weet te brengen. Maar een neus om een opvallende stem uit de spraakmakende gemeente rond zo’n gebeurtenis te laten horen, heeft hij zeker. Zoals in dit geval een bejaarde Limburgse vrouw maar al te graag het woord van hem kreeg om dat eens even te doen en tegelijk haar mening over het hele voorval te laten horen. Net niet in dialect, maar wel toegerust met de zachtst mogelijke g sprak zij haar verbazing over het politie-optreden uit en was zij hevig verwonderd waarom die altijd zo rustige straat waarin zij al zo lang woonde, nu op zijn kop gezet moest worden. Want die motorrijders, waar het om te doen was, waren gewoon heel aardige jongens die geen vlieg kwaad deden, altijd vriendelijk waren en iedereen mooi goeiendag zegden. Dus waar al die ophef voor nodig was, werd haar in het geheel niet duidelijk.
Raketwerpers en drugs of niet, er had nog nooit niemand last van hen gehad, dus was al dat gedoe van de politie behoorlijk overdreven en zeker niet fijn voor de straat, waar men altijd de rust gewend was. Ook met die motorrijders erbij, rondde zij haar klaagzang af, met een alsmaar zachtere g, die de enigszins weldenkende Limburger niet blij kan hebben gemaakt en slechts de gedachte zal hebben opgeroepen dat we daar weer gaan. Met de bevestiging, zelfs versterking van het heersende vooroordeel over de Limburger in zijn algemeen, die weliswaar gemoedelijk is, maar tegelijk ook wat dom en onnozel. Zoveel kon nog het beste gekonkludeerd worden uit dat Journaalitem, waarin Theo Verbruggen de hand had gehad, met zijn keuze voor deze stem uit het volk. Waarbij op zijn minst de vraag gesteld kan worden of er nu helemaal niemand anders in de buurt was, die wat zinniger praatjes had te verkopen dan deze dame. Of is onze Theo ook in de valkuil van het vooroordeel gedonderd en meende hij dat haar geluid representatief was voor wat de doorsnee – Limburger denkt? Als dat zo is, dan is het met de beroepsernst van Theo bepaald treurig gesteld.