Wie na twintig jaar afwezigheid weer zou terugkeren in het land der levenden, bijvoorbeeld in Nederland, en zich opnieuw op een krant abonneerde, zou allicht de indruk kunnen krijgen dat op de redacties van dagbladen permanent de stormbal is gehesen als ze al niet de code oranje op zichzelf van toepassing hebben verklaard. Zo wordt er bijna met elk nieuwsfeit als het ware alarm geslagen gemeten naar de wijze van presentatie ervan. Met hoofdletters en uitroeptekens en onderstrepingen wordt de lezer bij voortduring bij de les gehaald of gehouden. Alles is van betekenis of wordt daarnaar gemaakt, om maar de aandacht te vangen. Onderscheiden worden niet meer gemaakt. Het nieuws wordt bij de abonnee thuis bezorgd, voorzien van dat vette randje waardoor deze wel op zijn hoede moet zijn als er doorlopend alarmfases worden gesuggereerd. Wat klein is, wordt groot gemaakt om via de overtreffende trap groter en uiteindelijk grotesk te worden. Want dat is per saldo wel het beeld dat resulteert. Waar wordt de nuance nog betracht? Zelfs NRC Handelsblad is van zijn geloof gevallen en blijkt de kunst van het opblazen ook al aardig meester geworden. Overdrijving bestaat niet meer. Groot en groots uitpakken is alom de norm geworden. Met als gevolg dat alles, elk bericht spannend en meeslepend is en de lezer meeneemt in een avontuur, of althans dat gevoel ervan geeft.
Zodat dus geen dag meer voorbij gaat of er enerveert wel weer iets in die achtbaan die het leven aldus dankzij de kranten wel is geworden. Er passeert geen etmaal meer of er wordt wel iets gebracht waar opwinding over gerechtvaardigd zou moeten zijn, als de toon van de kranten tenminste gevolgd en geloofd zou worden. Wat dan ook meestal gebeurt om het leven als dat dan eens weinig biedt, dat beetje extra kleur, fleur en gloed te geven. Omdat het ook lekker voelt om dichtbij dat vuur van die spanning te zitten, om erbij te zijn en het mee te maken zodat er wat te vertellen en over mee te praten is. Want wie wil er niet dat avontuur om vervolgens te kunnen zeggen er ook bij te zijn geweest. Niets zo lekker als bijvoorbeeld die unieke gebeurtenis te hebben meegemaakt van een windkracht zeven in de maand mei, wat in de annalen van de meteorologen nog niet voor was gekomen. Niet te geloven en toch waar? Of weer zo een feit dat er met de haren bij is gesleept om opgeblazen te worden omdat de lezer ook wat wil, als er in feite weinig tot niets te melden valt. Want de krant moet wel de deur uit en verkocht blijven worden. Zodat veel kennelijk geoorloofd is. Behalve natuurlijk die leugen. Waardoor de stormbal permanent gehesen is en van een scheet gewoon een donderslag wordt gemaakt om maar aandacht te blijven trekken zonder de waarheid echt geweld aan te doen.
Een krant bestaat alleen bij de behoefte van de lezers… Overigens vind ik ook dit artikel in mineur. Bekijk het eens van de andere kant. Een toren heeft vier zijden. De krant doet er alles aan om te overleven terwijl het water hun tot de lippen staat. Als ze alleen dat brengen wat jij beschrijft zijn ze met een pagina wel klaar…
Als ik het mij goed herinner, heb jij ook geen krant. Ik lees er twee en konstateer dit verval. Ik wil feiten lezen zoals ze zijn en niet opgeblazen, plus achtergronden, toelichting en verklaring. Ik heb dus kritiek op de ontwikkeling van de geschreven media die mijns inziens steeds minder voldoen aan hun missie. Die luidt nieuws brengen. Dat is de mineur waar jij aan refereert. Mijn opmerkingen en signaleringen verwijzen slechts en vormen een commentaar daarop. Dat ik daardoor niet mooier kan maken. Laat staan dat ik een lofzang erover schrijf..
Voor deze keer ben ik het met je eens. We lezen de Volkskrant en de Gelderlander. De eerste is niet meer te vergelijken met twintig jaar geleden. Als dat de behoefte van de lezer is, ben ik niet de lezer. De Gelderlander delen we met de buren. Die hebben we voor het regionale nieuws.
Ik krijg regelmatig ‘breaking news’ gemeld op mijn tablet. Het meeste daarvan vind ik niet zo breaking dat het apart en met spoed gemeld moet worden, maar ook daarover kun je van mening verschillen.