Waar het vandaan gekomen is, is voor mij volstrekt onduidelijk. Opeens, en dan gaat het over een, twee jaar, was het er, kwam je het overal tegen en benam het je gezicht op de momenten en plaatsen waar je voorheen van eindeloze verten en weldadige uitzichten kon genieten. Opnieuw iets dat van waarde was, maar te breekbaar bleek om zich overeind te houden tegen de verdrukking van het marktdenken, tegen de jacht naar rendementen. Of ben ik de enige, liefhebber als ik van wandelen ben en dat graag paar aan het genieten van de natuur, die zich gehinderd weet door dat metershoge maïs dat zich in de zomermaanden manifesteert in toenemende aantallen velden die wandelwegen omgeven en daarmee als het ware tunnels creëren waardoor het allesbehalve aangenaam lopen is? Want je ziet niets en je hoort niets, met alleen maar een unheimisch gevoel tot gevolg, nog afgezien van het feit dat je daardoor ook geen spaan van het fraaie landschap meer voor ogen krijgt, terwijl je daarvoor toch ook gaat wandelen. Wat de reden of oorzaak van die onverhoeds opgetreden plaag is, laat zich voor mij nog altijd raden.
Hoewel ik kan vermoeden dat steeds meer agrariërs overstag gaan en dus dit maïs gaan verbouwen, omdat het tegen lage kosten hoge opbrengsten en prima marges garandeert. Geef ze eens ongelijk. Maar blij ben ik er helemaal niet mee omdat ik van de opbrengsten van deze akkerbouw totaal niets in mijn voordeel terugzie. Het gros van al het maïs dat er geoogst wordt, komt ten goede aan de veestapel, omdat het in haar voeders wordt verwerkt. Zodat de cirkel buiten mij om wordt rond gemaakt ten gunste van de boerenstand en de agrarische wereld en ik in die kring gevangen ben, er geen haar beter van wordt. Omdat mij de lol in het wandelen en de genietingen van de natuur in mijn eigen omgeving ontnomen worden, terwijl ik allesbehalve het gevoel heb of krijg dat wat goed voor de boeren is, ook in het voordeel van mijn eigen beurs uitvalt. Dan kon ik er nog iets van snappen of althans accepteren. Integendeel. Denk maar niet dat onze agrariërs dat aldus door hen verworven voordeel één op één in hun producten, dus aan ons zullen doorberekenen. Zo zijn ze niet met ons getrouwd en ook nooit geweest, dankzij de tucht van de markt, die de individuele consument nog nooit een dienst heeft bewezen. Vandaar dat ik mij dubbel gepakt voel, dus met een gerust geweten van een plaag van dat verfoeide maïs durf te spreken.
Helaas lijkt alles tegenwoordig om geld te draaien. Aan ons het tij te keren!
schijnbaar levert het meer op dan voederbieten…
Ik vind een veld mais altijd een mooi gezicht. Daarbij komt dat ik mais heel lekker vind. Als kind (ok, ook groter kind) dook ik graag een maisveld in om er met een stuk of wat kolven onder mijn vestje uit te komen. Ik behoorde duidelijk niet tot de georganiseerde misdaad want ik bedacht zo een rooftocht ter plekke en had nooit een tasje of id bij me om de buit in te doen. Koken, en met boter en zout, of ’s zomers barbecuen, heerlijk. Nadeel, allemaal velletjes tussen je tanden en boter tot aan je oren. 🙂
Misschien kijk je nu anders tegen die velden aan?