Er is met de stad Groningen iets vreemds aan de hand. Het kan best zijn dat een verkeerde momentopname debet is aan deze konklusie. Het neemt echter niet weg dat als je nu die stad binnenloopt en monstert, de kans op een gemankeerd of scheef beeld serieus aanwezig is. Omdat dat zich meer dan moeizaam verhoudt tot wat city – marketeers en de locale VVV zo graag over Groningen willen beweren, namelijk dat het de parel van het Noorden zou zijn. Ga daar maar eens driftig naar op zoek als diezelfde VVV er nagenoeg de oorzaak van is dat ze haar eigen promotie haast onderuit haalt. Natuurlijk is Groningen een aantrekkelijke en tegelijk fascinerende stad, welke zich met Amsterdam en Maastricht kan meten als het om de kwaliteit van haar uitnodigend karakter gaat. Je wordt er letterlijk aan alle kanten van de stad bijna op feestelijke wijze binnengehaald. Waar zijn fraaiere entrees te bedenken dan in Groningen? Met als sprekend voorbeeld het NS – station en het gebied direkt daaromheen, met daarin de KPN – kantoren, het museumkwartier annex – eiland met de loopbrug die voert naar de Ubbo Emmiussingel. Werelden van architectonisch verschil die in een enkele oogopslag kunnen worden gevangen en zowaar blijken te harmoniëren. Of denk aan de kilometerslange busbaan aan de oostzijde van de stad, waardoor reizigers in het openbaar vervoer als op een presenteerbladje Groningen worden binnengereden. Waar trouwens voetgangers en fietsers het primaat in de verkeersdeelname hebben gekregen, althans in het gebied dat de echte binnenstad genoemd mag worden.
Met haar kenmerkende juweeltjes van straten, die elk hun eigen sfeer en wezen hebben en daarmee hun bijdrage leveren om aan de stad Groningen een hoogwaardige status te geven. Want uniek in hun soort zijn ze best wel, het Martinikerkhof, de Fockinghestraat met zijn hippe detaillisten, de Herestraat, die ieder als chique winkelstraat bekend uit Monopoly moet zijn en last but not least de Prinsentuin, die in ieder jaargetij een must is met haar onverbiddelijke schoonheid. Kortom, straten en hofjes die met hun allure het eigenlijke stadscentrum omgorden, dat in feite daardoor de kers op de taart zou moeten zijn, de kroon op het stedebouwkundig werk dat door de eeuwen heen zijn beslag binnen de singels heeft kunnen krijgen. Waar de bezoeker dus totaal bedrogen uitkomt, omdat de twee markten die dat hart vormen, de Grote Markt en de Vismarkt, totaal niet aan de verwachtingen die gewekt zijn door al het moois eromheen, kunnen voldoen. Sterker nog, met tegenvallen is veel te weinig gezegd en mag gerust van een schandvlek gesproken worden als de verrommeling die op die markten plaats vindt op zijn juiste waarde wordt geschat, als ze gemeten wordt naar en geplaatst wordt naast al het fraais dat eromheen wel kansen heeft gekregen. Met als een van de daders de plaatselijke VVV die het bestaan heeft om zitting te nemen in een foeilelijk kantoor dat ook nog eens zo in het front van de Martinitoren is gezet dat dit bouwwerk voor een belangrijk deel aan het oog van belangstellende kijkers wordt onttrokken. Waardoor die Grote Markt uiteindelijk dus een smerige plek is in het gezicht van de stad Groningen dat los daarvan het aanzien meer dan waard is. Omdat dat wel gezegd mag zijn, nee, moet worden.
Ik moet daar toch weer eens gaan kijken.
Het moderne heb ik gemist.
Vriendelijke groet,