Het waren niet alleen de sneeuwklokjes uit de haiku van vandaag die zich als voorbodes van de lente aandienden. Na de somberte van de afgelopen weken en maanden was vanmiddag niet alleen weer de zon in volle glorie te zien, maar het licht dat zij bracht was ook van een ander kaliber dan de fletse gloed die de wintertijd meestal brengt. En met dat licht werden de kleuren tegelijk en opeens ook heel anders. Groen werd eindelijk weer groen, het geel van de velden waar het graan eens stond, toonde zich weer zoals het behoorde te zijn en de molshopen bleken ook zwarter dan zwart. Waarmee de lente zich aarzelend met die ontluikende kleuren aankondigde en dat bovendien bevestigde met dat gevoel van koestering dat de zonnestralen op deze elfde februari alweer begonnen te geven. En om die kriebeling die een naderend voorjaar altijd teweeg brengt, nog eens extra te stimuleren, was die bank in de Nieuwenhuystraat in Aalbeek dan ook meteen de gezochte en uitverkoren plek. In de stilte, op nog geen twee kilometer van huis, kreeg alles meteen zijn eigen dynamiek. Die passerende auto reed zo maar langzamer. Twee wandelaars deden er als vanzelfsprekend het zwijgen toe, als om zich te wijden en over te geven aan de stilte, die in de verte verbroken werd door het voorzichtige kakelen van twee kippen. Een fietser kwam haast verontschuldigend voorbij in dit aardse paradijsje op deze woensdagmiddag, alsof hij niet anders kon en zich vergist moest hebben.
Kortom, arcadia en utopia leken elkaar daar te hebben gevonden. Idyllischer kon het welhaast niet. Zij het dat de couleur locale natuurlijk geoptimaliseerd had kunnen worden met op dat moment de bezorging van een stuk rijstenvlaai of appeltaart. Maar ja, een mens kan nu eenmaal niet alles hebben als hij al bijna alles heeft door op die plaats te genieten van de eerste lentezon met haar bijbehorend licht. Welke staat van geluk en genot haar maximum bereikt als na hervatting van de wandeling in de richting van Schimmert in de holle weg op de helling die naar de zonnewarmte gekeerd ligt, het eerste speenkruid te zien is. Weliswaar nog maar hier en daar en vooral aarzelend, maar niettemin als eerste en overduidelijke belofte dat we de winter grotendeels hebben gehad. Verlicht door die waarneming en dat idee weet je maar al te zeer dat je bevoorrecht bent omdat je direkt getuige bent geweest van het ontwaken en ontluiken van de lente. Wat later op de avond zoveel blijkt te zijn geweest als een première, een exclusieve aanblik omdat die lentezon alleen hier in Limburg heeft geschenen. Zodat het des te leuker is om deze ervaring nu al aan anderen die nog niet die gelegenheid hadden, door te geven zonder de verdere suggestie van ‘Lekker puh!’
Het was heerlijk vandaag. Ik heb helaas geen tijd gevonden hier van te genieten.
Ben eigenlijk wel benieuwd op welk bankje je hebt gezeten in onze straat. Misschien kan ik daar zelf ook eens plaatsnemen om tot rust te komen.
Tegen ons bakhuis staat een bank op het zuiden tegen een warme donkere veldbrandstenenmuur daar kan het heerlijk warm worden. Maar dat is vaak een wat druk knooppunt. De kwekerij ligt tegen de noordhelling waardoor de meeste bankjes niet op de zon maar vooral op het uitzicht georiënteerd zijn.
Het is dat nieuwe bankje dat staat aan het eind van Aalbeek, aan het begin van de helling naar Schimmert. Een weldadig punt.
Jaloersmakend hoor! De somberheid duurt hier in Noord-Holland maar voort!
Als ik naar buiten kijk wordt ik vrolijk…Maar vanochtend was het nog flink ijs krabben.