Zo langzamerhand begint de mateloosheid van de Nederlandse media als het om hun berichtgevende rol gaat, toch wel erg in het oog te springen. Dat geldt voor radio, televisie en kranten. Niks uitgezonderd. Nergens lijkt nog een rem van kracht te zijn of wordt er een beperking opgelegd. Zelfs de herhaling van de herhaling is al toegestaan. Als beschikbare ruimten maar worden gevuld, zou het adagium van onze eigentijdse journalistiek wel eens kunnen luiden. Te oordelen tenminste naar de hoeveelheden feiten, analyses, achtergronden en wat niet meer wordt aangereikt aan de kijker, lezer en luisteraar die immers geacht wordt ten diepste geïnteresseerd te zijn, dus alles wil weten en daarom ook tot in het kleinste detail geïnformeerd moet worden. Hoe anders is de breedvoerigheid te verklaren die telkens betracht werd bij recente incidenten of gebeurtenissen die gegeven hun karakter blijkbaar een groter publiek raakten? Waarbij de ruime aandacht die werd besteed aan de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs en aan de daarop volgende reeks van geweld nog alleszins te billijken viel. Hoewel op een gegeven moment voor mij genoeg echt genoeg begon te worden, omdat de nieuwsbronnen inmiddels waren uitgeput en dus geen nieuwe feiten en gezichtspunten opleverden. Wat voor de media kennelijk toch niet voldoende was gegeven de opeenvolging van meningen, deskundigen en opiniemakers die vervolgens dagen aaneen hun geluid mochten laten horen zonder dat dat overigens nog iets toevoegde aan een verdere oordeelsvorming.
Met als gevolg dat de kracht van de herhaling in werking trad die wel tot een haast wetmatige verveling en wegkijken leidde. Zonder dat dat verheldering bij onze media bewerkstelligde getuige de reflex die bij hen optrad na de actie van die zonderling, die Tariq Z. bleek, waardoor onze nationale rampenzender, Nederland 1, een uur lang op zwart kon gaan. Afgezien van de twijfelachtigheid dat zoiets zo maar kon gebeuren, was het eigenlijk nog verontrustender dat radio, tv en ook alle kranten weer in diezelfde kramp schoten als waarin zij zich een paar weken terug ook enkele dagen bevonden. Want natuurlijk werd weer een hele la met diezelfde deskundigen opengetrokken, die ons kijkers, lezers en luisteraars opnieuw bij de hand namen om ons tot inzicht in dit gebeuren te brengen. Kolommen en katerns lang, uren aaneen met interviews en talkshows waar maar geen eind aan leek te komen en zonder toegevoegde waarde. Met per saldo als meest in het oog springend punt en tegelijk mijn konklusie dat het op dit moment bij de Nederlandse media aan onderscheidingsvermogen ontbreekt om in hun berichtgevende en journalistieke rol de maat te houden. Het toetert en toetert maar door tot je horen en zien vergaat en je gewoon de andere kant op gaat kijken bij gebrek aan relevantie en urgentie die daardoor namelijk gesmolten is als sneeuw voor de zon.
Het verstrekken van non-informatie gaat de media steeds beter af. Al of niet “deskundigen” mogen eindeloos doorbabbelen over een item, om maar zendtijd/krant te kunnen vullen met: “non-informatie”. Mijns inziens is dit veel goedkoper dan de kijkers/lezers/luisteraars te informeren over echte feiten, die (soms met veel moeite) gevonden zijn. Kennelijk zijn veel kijkers/lezers/ luisteraars blij met dit fenomeen, want het lijkt de onderbuik te bevredigen.
Zo wordt het publiek het gevoel van onveiligheid aangepraat. Dat is enorm toegenomen de laatste weken, bij jou ook natuurlijk, geef het maar toe.
Nou, van een toegenomen gevoel van onveiligheid heb ik niet zo’n last. Wat vooral te maken heeft met de beschermde omgeving die een dorp toch nog wel biedt. Maar ik ben wel alerter geworden en stel steeds meer vragen bij situaties, verschijnselen, uitspraken en dan met name bij aspecten daarin die met veiligheid te maken hebben.