Hij was een van mijn helden van de late zeventiger jaren. Een troubadour die levensvreugde, verlangen en weemoed in zijn teksten liet doorklinken en deze vertolkte met zijn wat ingehouden passie. Zijn ballades, want dat waren zijn liedjes toch meestal, waren een mengeling van emotie en beheersing. Of liever gezegd wist hij daartussen altijd een balans aan te brengen. Het gaat natuurlijk over die ras – Brusselaar die Johan Verminnen (1951) is en die zijn bekendheid met name in de al genoemde periode van de vorige eeuw verwierf. Zijn LP’s, waarvan ik er een paar toen heb gekocht, staan nog steeds in een hoekje van mijn huis te staan. Min of meer uit het zicht geraakt, zoals ik ook Johan Verminnen uit het oog ben verloren. Het is stil rond hem geworden. Waarschijnlijk omdat ook hij door de tijd en de waan van de dag is ingehaald. Ten onrechte wat mij betreft. En daarom laat ik hem nog eens graag horen. Met een van die fraaie liedjes, die alleszins de naam van ballade en chanson verdienen en in feite ook tijdloos blijken te zijn. Omdat het namelijk nog altijd genieten is als Johan Verminnen bijvoorbeeld dit “Mooie dagen” vertolkt.