Van en naar het stort

De laatste jaren ben ik een min of meer vaste klant en bezoeker geworden van kringloopwinkels en milieuparken in mijn omgeving. Omdat ik een leeftijd heb bereikt dat genoeg echt genoeg is en dat het met alles gerust de nodige onzen minder kan en afbouwen ervan meer dan gerechtvaardigd is. Want heb je het allemaal nog wel nodig, is die terugkerende vraag die ontkennend wordt beantwoord en uiteindelijk ertoe leidt dat er opnieuw een ritje naar het stort wordt gemaakt. Zoals vandaag ook weer het vaste traject tussen Schimmert en Brunssum heen en terug werd afgelegd, dit keer om van een partij hout, welke een kast had gevormd, af te geraken. Business as usual dus langzamerhand voor mij. Wat niet betekent dat maar op de automatische piloot en de blik op oneindig die vijfentwintig kilometer heen en ook terug gereden wordt. Integendeel. Voor je eigen veiligheid moet je sowieso, als er sprake van routine is, alert zijn. Maar het helpt ook om de rit aantrekkelijker te maken als je de ogen open houdt om onderweg nog iets bijzonders te zien. Waar ik ook deze keer geen klagen over had. Want er is altijd wel wat dat weer opvalt. Zoals dat viaduct dat voor mij opdook tussen Schinveld en Brunssum, waar het een aantal maanden geleden daar nog helemaal niet was en dat zichtbaar deel gaat uitmaken van die buitenring die rond de Parkstadgemeenten getrokken wordt. Wat mij bijna tegelijk net zo verwonderde was dat er op dat milieupark waar het normaliter zwart ziet van de auto’s en mensen die hun overtollig spul kwijt willen, nu geen sterveling te bekennen was. En dat voor een doordeweekse dag.

Nauwelijks bekomen van die verbazing werd mij op de terugweg, ergens tussen Etzenrade en Jabeek, de adem bijna afgesneden toen ik op een braakliggend weiland een kolonie ooievaars zag. Het moeten die vogels zijn geweest omdat zij met hun hoge poten en witte en zwarte veren hun gelijken in de fauna niet kennen. Waardoor een en een voor mij twee was, daar bijna op de Nederlands – Duitse grens. De nabijheid daarvan verklaarde meteen ook het grote aantal auto’s dat ik tegenkwam en dat het kenteken droeg van de Duitse Kreis Heinsberg. Zij het dat de indruk bij mij wel rees dat het er exceptioneel veel waren die ik zag op die weg tussen Doenrade en Puth. En over Puth gesproken. Ook die kern wordt niet meer alleen met haar reguliere naam aangekondigd, maar toont zich ook aan de wereld met haar benaming in het dialect, te weten Pöt. Vanwaar toch die behoefte om zich zo te etaleren? Het zal wel iets te maken hebben, dat benadrukken van die eigen identiteit, met de vrees om die juist te verliezen in een wereld waarin alles groter wordt en het kleine niet meer gewaardeerd lijkt te worden. Met zo’n enkele gedachte kom je dan weer bijna thuis in Schimmert, waar dat wonder van de automobieltechniek je voor de zoveelste maal bevestigt dat het in jouw dorp altijd een graad kouder is dan in dat lager gelegen elders. Dat is die steeds terugkerende zekerheid, waarmee elke afwisseling in een autorit, zoals die zich ook vanmiddag van en naar het Brunssumse stort voltrok, haar afronding krijgt.

Advertentie

Over robschimmert

een senior met een brede belangstelling en een sterke maatschappelijke betrokkenheid, die daaraan op schrift en in de vorm van een weblog vooral uitdrukking wil geven.
Dit bericht werd geplaatst in Limburg en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Van en naar het stort

  1. sjoerd zegt:

    Heerlen is voor jou toch veel dichterbij…

  2. math zegt:

    Zo ken ik je ook weer.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s