Cees met een C, zo hield hij niet op te benadrukken dat zijn voornaam moest worden geschreven. En dat gebeurde elke keer weer als ik hem sprak. Waarmee hij zich, zo bleek mij naarmate ik hem vaker ontmoette, maar al te raak typeerde. Leek hij aanvankelijk die perfectionist die wat graag alle puntjes op de i gezet wilde hebben, tot vervelens en bijna tot mijn wanhoop toe, uiteindelijk werd maar al te duidelijk dat dit slechts een faҫade was voor een persoonlijkheid die op zijn minst complex en tragisch tegelijk genoemd kon worden. Niks perfectionisme dat onzekerheid of een beperkt zelfbeeld moest compenseren. Nee, hier ging iets dat veel dieper ging en veel meer omvatte, achter schuil. Een mens voor wie de ziel een doolhof en een kwelling tegelijk was geworden en die die chaos aan de buitenkant nog van enige ordening wilde voorzien. Omdat de buitenwacht eens mocht denken en vinden….Zo zat Cees dus wel in elkaar. Zoals de ander en diens aanwezigheid al een last voor hem waren, zo was hij voor zichzelf een kruis, die daarom ook voortdurend beren op zijn weg zag, welke de gedaante aannamen van kwalen en ziekten, die per definitie een bedreiging voor zijn leven, zijn bestaan vormden. Hypochondrie heet dat en hij was er de exponent bij uitstek van. Noem hem gerust de belichaming, die op die raadselachtige manier ook daadwerkelijk aan zijn ondergang werkte.
Van meet af aan. Vanaf het moment dat hij ging ademhalen. Hij had dus altijd wat of hij had het gevoel dat hij wat had of dat het er aan was aan het komen. Voorgevoelens en angsten bepaalden zijn leven. Telkens als ik hem sprak kwam een naderende ziekte of zijn blijvende arbeidsongeschiktheid aan de orde en nog meer wat dat voor zijn inkomen kon betekenen. Hij leefde en dacht in de sfeer van eventualiteiten en veronderstellingen, waakzaam op wat hem kon gebeuren of zou overkomen. Het mits en het maar, ook al was het niet aan de orde, wilde hij wel ingeregeld hebben, met name omdat hij al eerste tekenen van een naderende kwaal of onheil gewaar dacht te worden. Zo leefde hij op een vulkaan die hij voor zichzelf in het leven had geroepen en ook hield. Waarmee een werkelijkheid ontstond waarin ieder weldenkend en gezond mens ten onder zou gaan. Wat dan ook met Cees, de hypochonder, per slot van zijn rekening is gebeurd, hoewel hij het wonderlijk genoeg nog lang, tot zijn negenenvijftigste, heeft volgehouden. Maar toen was het met hem echt gedaan, had hij zich volledig uitgeput en gesloopt en hoefde een onschuldige griep nog dat laatste beetje te doen om hem over de rand geduwd te krijgen, in de richting van zijn totale bevrijding, waar geen plaats meer voor zijn angsten was en niets meer geregeld behoefde te worden.
Arme Cees. Met een c.
Mooi.. eindelijk rust voor Cees.
Mooi stukje, triest leven.