De Zuidlimburgse paradox

In een jaar tijd bezoeken zo’n drie miljoen mensen de IKEA – vestiging in Heerlen. Dat zijn er dus ongeveer tienduizend per dag. Pot voor meneer. Maar daar blijft het niet bij als het gaat om de toestroom naar Zuid – Limburg alleen al. Want wel eens gezien wat er zoal op een dag bij Snowworld in Landgraaf en alle faciliteiten eromheen binnenloopt? Dat kan hoogstens overtroffen worden door de vele duizenden die op en rond de Pinksterdagen het aangrenzende Pinkpop bijwonen. Het zijn dus echt massa’s die zich alleen daarvoor al in die contreien, in het diepe Zuiden van ons land ophouden. Waar trouwens nog veel meer te doen is dat zoveel belangstellenden en toeschouwers trekt. Wel eens gedacht aan wat er zich per trein en auto in deze richting verplaatst om Carnaval te vieren? Of is er iemand die een idee heeft van wat een stad als Maastricht aan dagjesmensen trekt. Getallen die de niet – wetende lezer zullen doen duizelen. Want een redelijk terughoudende schatting duidt op een aantal van circa zeven miljoen per jaar. Tel hier de 2,5 miljoen mensen bij die jaarlijks de weg naar Valkenburg vinden plus de honderdduizenden die een glimp van de Amstel Gold Race proberen op te vangen en je staat als Limburger op je benen te tollen van verbazing en ook trots over zoveel belangstelling van buiten. En dan zijn attracties als het Drielandenpunt, de GAIA Zoo, het Industrion en de Mergellandroute plus alle natuurschoon in en om het Heuvelland en het Miljoenenlijntje en de fiets – en toertochten nog maar buiten beschouwing gelaten.

Je zou als bewoner van die streek er nog eens chauvinistisch van worden als je dat al niet bent. Maar met een beetje verstand en realiteitsbesef weet je dat je verder moet kijken dan je neus lang is, dus meteen de vraag hoort te stellen hoe al die belangstelling van buiten te rijmen is met de voortdurende brain-drain, het vertrek van jongeren waar Limburg onder te lijden heeft, terwijl al dat volk dat zo nodig hier een dagje heen moet of zelfs er zijn vakantie viert, er niet over piekert om hier te komen wonen. In de mooiste streek van het land, die niet een waardeloos wormvormig aanhangsel ervan vormt, maar deel uitmaakt van een veel groter geheel met internationale en Europese perspectieven. Met mogelijkheden zat voor ieder die over grenzen wil kijken en daar dus ook kansen ziet. Met Luik, Hasselt, Verviers, Aken met hun universiteiten, musea, culturele centra en winkelgebieden binnen handbereik en steden als Brussel, Keulen en Luxemburg op een tot twee uur rijden met de auto of de trein. Kortom, een gebied dat wel gemaakt kon zijn voor wereldburgers, waar Nederland op de keper beschouwd zo rijk aan schijnt te zijn, maar die zich nog niet bij bossen hier hebben gemeld en gevestigd. Maar wat niet is, kan en zal nog komen. Of er moet iets anders zijn dat mensen ervan weerhoudt om naar hier definitief af te zakken en waar ik dus geen flauw benul van heb. Misschien omdat ik ziende blind ben door een Limburg dat mij zo na aan het hart ligt.

Over robschimmert

een senior met een brede belangstelling en een sterke maatschappelijke betrokkenheid, die daaraan op schrift en in de vorm van een weblog vooral uitdrukking wil geven.
Dit bericht werd geplaatst in Limburg en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op De Zuidlimburgse paradox

  1. Dhyan zegt:

    Laten we vooral deze laatste stiltegebieden niet ook nog bezoedelen met lawaaierige trekpleisters en massatoerisme.

    • robschimmert zegt:

      Nee, dat zeker niet. Maar de vraag blijft toch staan waarom een dergelijk kansrijk gebied als Limburg vooral in Europees en internationaal perspectief is en ook nog eens zeer getapt lijkt voor de Nederlanders, toch altijd aan die laatste mem blijft hangen. Wat scheelt er toch aan?

  2. sjoerd zegt:

    Ik ben ook niet van plan om deze streek te verlaten…

Geef een reactie op robschimmert Reactie annuleren